Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juli 2025
De snavel is korter dan de kop, aan den wortel zeer breed, neemt naar de spits schielijk in breedte af, heeft een duidelijke kiel op den bovensnavel en een haakvormig gekromde spits; de snavelranden zijn naar binnen omgeslagen. De mondspleet reikt tot onder het oog: de mondopening is derhalve bijna even groot als bij de Geitenmelkers.
De tot den bovensnavel behoorende rand van de mondspleet heeft gewoonlijk in het midden een stomp, maar krachtig, tandvormig uitsteeksel, dat van voren scherper begrensd is dan van achteren. De haakvormige spits is zeer lang en aan de zwak uitgeholde, binnenste oppervlakte bij wijze van een vijl gestreept.
De vleugels zijn kort en zwak, de lange pooten zeer krachtig, de korte, dikke loop heeft vier teenen, de staart een geringe lengte, het borstbeen een hooge kam; de mondspleet strekt zich tot onder de oogen uit; de snavel is hoog en tamelijk lang, de bovensnavel van achteren met een washuid bekleed, van voren gewelfd; de spits haakvormig naar beneden gebogen, de schedelholte opmerkelijk klein.
Wegens haar korten en dikken, van boven weinig gebogen snavel wordt zij als vertegenwoordiger van een afzonderlijk geslacht beschouwd; de mondspleet is veel korter dan de loop.
Het zijn tamelijk kleine, dikkoppige Vogels; hun dikke snavel is in de nabijheid van de spits aan den zijrand van den bovensnavel fijn getand, aan den wortel breed en tevens hoog, naar voren meer zijdelings samengedrukt; de randen van de mondspleet zijn niet gezwollen, maar ingetrokken. De vleugels zijn kort, de drie eerste slagpennen van gelijke lengte.
Als tastwerktuigen dienen voornamelijk de baardharen aan weerszijden van de mondspleet en de tastharen boven de oogen, bij de Lossen misschien ook het haarkwastje aan het oor.
Het oog is bruin, de snavel donkerzwart, langs de mondspleet witachtig, de voet zwart of grauwzwart. In Duitschland behoort hij tot de zeldzaamheden, hoewel hij er herhaaldelijk werd waargenomen. Moerassen en dergelijke plaatsen dienen hem tot woonplaats; dicht begroeide boschgronden, dichte bosschen van wilgen en populieren leveren hem verblijfplaatsen.
De snuit is over zijn geheele lengte, vooral aan de bovenlip, buitengewoon sterk verbreed en wordt aan weerszijden ontsierd door drie wratvormige verhevenheden: een daarvan, die zich onder het oog bevindt, is verscheidene centimeters hoog, loopt puntig toe en kan bewogen worden; een andere, kleinere, staat rechtop, en is verder naar voren aan de bovenkaak geplaatst; de derde is op de plaats van aanhechting aan de onderkaak zeer lang en strekt zich in overlangsche richting tot bij de mondspleet uit.
Onder de inheemsche Raafvogels komt aan de Raaf (Corvus corax) een eereplaats toe. Zij is de Raaf bij uitnemendheid, een vertegenwoordiger van het geslacht der Veldraven (Corvus), dat tot kenmerken heeft: een lange snavel met gekromden rug en gaafrandige spits, cirkelronde neusgaten, de mondspleet ongeveer even lang als de loop, lange, spitse vleugels, welker spits gevormd wordt door de vierde handpen, hoewel de derde bijna even lang is; de snavel en de pooten zijn zwart. Bij de Raaf bedekken de vleugels den middelmatig langen, sterk afgeronden staart geheel; zwart zijn alle lichaamsdeelen met uitzondering van de oogen, die een bruine iris hebben. Deze soort is 64
Voorts onderscheiden de Walvischachtigen zich, wat het uitwendige betreft, door hun groote, niet door lippen begrensde mondspleet, door hun mondholte, die een buitengewoon groot aantal tanden of alleen baarden bevat, door hun dunne, gladde, zachte, vettige, op het gevoel fluweelachtige huid, die bij uitzondering op weinige plaatsen enkele borstels draagt en een donkere kleur heeft; de zeer dikke vetlaag maakt deel uit van deze huid, daar het de buitengewoon dikke lederhuid is, tusschen welker cellen het vet zich heeft afgezet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek