Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Na afloop van het middagmaal begeven wij ons met den heer Mirabal naar de hut, waar het bal gegeven wordt. Het orkest bestaat uit eene mandoline, een halter met holle ballen waarin harde zaadkorrels zijn en dien men op de maat heen en weer beweegt, en eindelijk uit een jongen die beurtelings zingt en fluit.

De heer Mirabal kan eerst den 27sten vertrekken: wij brengen dus de Kerstdagen te San-Fernando door. De Kerstnacht wordt door een eigenaardig voorval gekenmerkt. De te San-Fernando vertoevende Indianen komen voor onze hut zingen en dansen, onder de telkens herhaalde kreten van: "Vivan los retratistos!" Leven de portretschilders! Wij geven hun een flesch rhum.

Den 23sten December hebben wij eindelijk eene equipage gevonden, bestaande uit een schipper en twee roeiers, die, geholpen door Apatoe en François Burban, in staat zullen zijn om de overdekte prauw te besturen en te roeien, welke de heer Mirabal tot onze beschikking heeft gesteld.

Hij wil, natuurlijk tegen betaling, mij behulpzaam zijn om mij hunne geraamten te bezorgen. Morgen, bij het aanbreken van den dag, zullen wij op die expeditie uitgaan. Lejanne zal eene schets maken van den waterval van Sardinel; Mirabal, meer gewoon met Indianen om te gaan, zal voor het vervoer der bagage zorgen. Dit eenmaal afgesproken zijnde, keeren wij naar den anderen oever terug.

Den 27sten December, des avonds tegen half zes, verscheen Lejanne, vergezeld van den heer Mirabal en van onze geheele equipage. Wij zijn nu ruim voorzien van cassave, suiker, koffie en ook van rhum. 28 December. Om zeven uur hebben wij onze koffie gebruikt, en zijn wij op weg gegaan. De morgen is donker en mistig.

Nadat wij de noodige schikkingen hadden gemaakt, namen wij afscheid van den heer Mirabal, die nog eenigen tijd hier blijven moet om te wachten op Indianen, die hem koopwaren moeten leveren. Wij danken hem voor zijne onveranderlijke en voorkomende vriendelijkheid jegens ons, voor de vele kleine diensten, die hij ons bewezen heeft; daarna gaat ieder zijns weegs.

Onze naaste buurman is de heer Mirabal, koopman, die bijna alle Indianen uit de omstreken kent en die ons met hen in aanraking zal brengen, als zij voor ons vertrek te San-Fernando komen. Hij neemt op zich, het noodige voor onze tafel te leveren. Voor onze hut staan twee breedgetakte ceibos, waaronder banken zijn geplaatst: hier komen de aanzienlijken van het dorp des avond bijeen om te praten.

Wij hebben te San-Fernando vernomen, dat vlak bij den mond van de rio Mataveni een aantal Indianen begraven liggen, en zeer gaarne zouden wij hunne schedels en beenderen bezitten. Maar waar zijn ze te vinden? Een toeval brengt ons op het rechte spoor. Een der Piaroas geleidt ons, Mirabal en mij, naar het naburige dorp, terwijl Lejanne den anderen beschilderden Indiaan uitteekent.

Dan leggen wij ons rustig in onze hangmatten, die heen en weer worden geslingerd door den sterken wind, wiens koude adem ons reeds voor den morgenstond doet ontwaken. 2 Januari. Terwijl de heer Mirabal onze bagage door Indianen laat vervoeren, Lejanne den waterval van Sardinel uitteekent en eenden schiet voor ons middagmaal, ga ik, met Sylvester als gids, eene lange wandeling ondernemen.

Deze prauwen worden bestuurd door Indianen, die in het dorp eenige inkoopen hebben gedaan; wij roepen hen toe en noodigen hen uit, bij ons op de rotsen te komen, maar zij houden zich als hoorden zij ons niet. Te San-Fernando heeft men ons reeds gezegd, dat deze Piaroa-Indianen alle aanraking met blanken vermijden. Onze schipper zegt hun dat de heer Mirabal in eene tweede prauw achter ons volgt.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek