Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Het eerste is van het paleotherium magnum der bovenste eocene formatie; het tweede is van den rhinoceros pachygnathus uit de bovenste miocene formatie. Zoo wordt door de meest verschillende feiten de leer van de verandering der soorten bevestigd.
Men ziet dus, dat de opheffing der Alpen een werk van langen adem is geweest, en dat de verschillende ketenen, waardoor die bergstreek in verschillende deelen verdeeld is, niet uit denzelfden tijd dagteekenen. De binnenste ketenen behooren tot de eocene of misschien wel tot de krijtperiode; die welke daarop volgen, tot de miocene, en die aan den rand tot de pliocene periode.
Gedurende het eerste gedeelte der pliocene periode hebben onder de landdieren de plantenetende dieren zonder twijfel de overhand. De miocene zeeën zijn opgedroogd, of liever zij zijn veranderd in groote zoutwatermeren, waaromheen zich eene welige grasflora ontwikkelt.
In diezelfde periode openbaren zich nog altijd de vulkanische verschijnselen, die de miocene periode kenmerkten. Een betrekkelijk zacht klimaat is oorzaak, dat Europa eenen plantengroei vertoont, waar de typen der dichte bosschen van het noorden verbonden zijn met die der Canarische eilanden en den Caucasus.
Wij hebben vroeger reeds gesproken over hun eerste optreden in den vorm van buideldieren. Die lagere zoogdieren zijn in Europa de voorgangers der placentaire zoogdieren geweest; na daar in de secundaire periode te hebben geleefd, zijn zij in de eocene periode zeldzaam geworden en in het midden der miocene periode verdwenen.
Bij al die dieren der miocene periode moeten wij nog voegen de bevers, de marmotten en een groot aantal steltvogels. Wat ook die oorsprong zij, de voornaamste typen van apen komen in de miocene periode voor: in de formaties van dien tijd vindt men de gewone en de anthropomorphe apen.
Iedere afdeeling der tertiaire periode onderscheidt zich dan ook duidelijker van de krijtperiode dan van volgende perioden: een groot aantal soorten der miocene periode komen ook in de pliocene formatie voor, en de tegenwoordige zeeën, b.v. de Middellandsche zee, bevatten nog een zóó groot aantal pliocene weekdieren, dat de grens niet gemakkelijk te trekken is tusschen de tertiaire bezinkingen en die van onzen tijd.
Pere- of appelboomen uit dien tijd zijn tot nog toe niet bekend. Als karakteristieke planten hebben wij op blz. 535 het merkwaardige landschap van Lausanne uit de miocene periode weergegeven, dat de bekende Zwitsersche natuuronderzoeker vervaardigd heeft. Men ziet daar bij elkander: palmboomen, acacia's, eiken, haagbeuken, noteboomen, pijnboomen en hulsten.
Wij hebben reeds opgemerkt, dat de zoogdieren in diezelfde miocene periode hunne grootste ontwikkeling schijnen verkregen te hebben. Sedert de langhische periode ziet men bij de placentaire landdieren de laatste karaktertrekken verdwijnen, die hen nog met de buideldieren verbonden.
Allen, die de oude letteren liefhebben, hebben in Plato de schoone bladzijden gelezen, gewijd aan de herinnering van Atlantis, dat geheimzinnige land, dat eertijds bestond tusschen Europa en Amerika, en waarop een vroeger menschengeslacht geleefd heeft. Zeker is het, dat in de miocene periode de planten en dieren van Europa en Amerika dezelfde waren, hoezeer zij ook thans mogen verschillen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek