United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het kwam in mij op, dat ik mij in de oogen dezer dames moest hebben aangesteld als een hyena tijdens de voedering. Niet ééns te hebben opgekeken van mijn bord, terwijl zij binnentraden, met eene minzame neiging misschien en mij de eer bewezen, zoo dicht in mijne nabijheid aan de tafel plaats te nemen!

Ootmoedig in zijn grootheid en goed van inborst was de jonge Vorst; medelijden voor deze nieuwe onderdanen blonk op zijn gelaat, en de ogen der Burgers vonden steeds een minzame glimlach op zijn aanzicht. De goede hoedanigheden en de deugden zijns vaders had hij, zonder de hatelijke inborst zijner moeder te hebben.

Ik had langzamerhand moed gevat, en bij deze minzame toespraak was mijn beschroomdheid geheel geweken. "In waarheid," zeide ik, "het weer is zoo boos, dat ik niet aarzel om van uwe beleefdheid gebruik te maken, al mocht het onbescheiden geacht worden."

Haar neef had ons immers gezien en ik hield mij genoeg van zijn minzame gezindheid te mijwaart verzekerd, om tevens overtuigd te zijn, dat hij zulks niet verzwijgen zou, althans niet aan zijn nicht. En bovendien, welk groot belang stelde ik toch in de gedachten, die een meisje, dat ik slechts eenmaal gezien had, omtrent mij koesterde? Ik was immers niet op haar verliefd!

Eene uitdrukking van stille onderwerping ligt op hunne wezenstrekken. Zij zijn beiden niet getrouwd, maar zoo gelukkig in hun vreedzaam lot, zeggen de buitenlieden, en ze verdienen het ook, ze zijn zoo braaf. René draagt aan zijne zuster het teederste gevoel van broederliefde toe; zij beantwoordt zijne genegenheid door hare minzame zorgen. Hij nochtans ziet haar soms aan met een gevoel van spijt.

Zoo goed als het den eersten reizigers in het Congo-gebied is kunnen gelukken, contracten met negerhoofden af te sluiten, waarbij dezen het recht van vestiging der blanken erkenden, zoo goed had de Staat zich in zeer veel gevallen op minzame wijze kunnen verstaan met de groote prinsen, die een machtigen invloed op de meeste stammen hebben, als men niet steeds zijn macht vooropgesteld had.

Toen ze voorbij was bleef hij staan en keek om, maar zij liep door, heel kalm stappend, een lieve, deftige dame in een stadsstraat, in een elegant wandelcostuum, met een dun parapluietje en een visiteboekje. Ze groette met zoo'n zelfde minzame hoofdnijging een ander die haar tegenkwam. Er was geen reden, geen aanleiding om haar na te loopen, haar aan te spreken.

Wie kent het wafelmeisje niet, het nette, het zindelijke, het minzame wafelmeisje, met haar Frieschen kap, haar zilveren oorijzer, haar glanzend jakje, haar helder boezelaar, haar groene muiltjes en het bord in haar hand, waarover een blank servet is gespreid, dat de Wafels diep gheruyt, Wel ghesuyckert, wel ghecruyt, Wel met boter overdroopt,

In de hoop u alzoo geen belet te doen, noeme mij met de meeste hoogachting, na minzame groete, Zeer geachte Heer en Neef! Uw zeer Dw. Dienaar en Neef C. Van Middelnesse. Arnhem, Hotel: Le Soleil. Maandag. Toen de echtelieden den anderen dag van een rijtoertje in hun logement terugkeerden, werd hun door den portier met den sleutel van hun No., een franco brief overhandigd.

Zij hadden bij verschillende gelegenheden minzame, geestige, een beetje zuur-zoete brieven gewisseld, en de hartgrondige antipathie, die zij, bewust of onbewust, voor elkaars wezen moesten gevoelen, onder hoffelijke waardeering van elkanders gaven en werken bedekt. Rousseau, de onevenwichtigste der beide, had het eerst zijn geprikkeldheid getoond.