United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


In dien tijd was Shingé weer bij kennis gekomen, en vroeg zij naar den naam van den geneesheer, die haar het leven had gered. Maar hij boog beleefd, ontweek haar vraag en nam toen afscheid. Alleen Matsu wist, dat de naam van den redder harer meesteres Yoshisawa was. Toen Shingé naar huis was gebracht, werd zij erger in plaats van beter.

"Niets", zoo sprak Matsu, "zal uw dochter haar gezondheid teruggeven, als zij niet met dien schoonen geneesheer trouwt." Zoowel Zembei als zijn vrouw waren door die woorden terneergeslagen, want Zembei was een aanzienlijke daimio, en kon zelfs geen oogenblik het denkbeeld verdragen, dat zijn dochter iemand van de Eta-kaste zou huwen.

Doch dit was niet meer dan Sano van rechtswege toekwam; maar bovendien voelde de dankbare Tokiyori zich gedrongen, dien trouwen ridder de dorpen Matsu-idu, Umeda en Sakurai aan te bieden, een gelukkig denkbeeld, daar matsu, ume en sakura de Japansche namen zijn voor pijnboom, pruimeboom en kerseboom. De Gelieven onder den Pijnboom.

Toch stemde hij er in toe, inlichtingen omtrent Yoshisawa in te winnen, en Matsu keerde naar haar meesteres terug met het bericht, dat de zaak niet geheel hopeloos stond. Toen Matsu Shingé had verhaald, wat haar vader voornemens was ten hare behoeve te doen, nam zij merkbaar in beterschap toe, en was zij in staat weer voedsel tot zich te nemen.

Op datzelfde oogenblik verscheen een schoone jongeling, en terwijl hij de meisjes zeide, dat hij geneesheer was, gaf hij Matsu een geneesmiddel, dat zij haar meesteres moest toedienen. Terwijl Matsu Shingé de poeder in den mond bracht, nam de dokter een stok op, verdween enkele oogenblikken en kwam daarna terug met de doode slang in zijn handen.

De knapste geneesheeren kwamen aan haar bed, maar zij konden niets doen om haar weder gezond te maken. Matsu wist, dat haar meesteres langzaam wegkwijnde van liefde voor den schoonen man, die haar leven had gered, en daarom besprak zei de zaak met haar meester Zembei.

Toen haar kameniers haar vonden, zagen zij, dat haar lippen purper gekleurd waren en dezelfde kleur hadden als de viooltjes, die haar omgaven, en toen zij de slang zagen, die zich nog in de nabijheid schuilhield, vreesden zij, dat haar meesteres zou sterven. Matsu had de tegenwoordigheid van geest, om haar mand bloemen naar de slang te werpen, die oogenblikkelijk wegkroop.

Matsu verhaalde hem, wat geschied was, en zeide, dat, hoewel Yoshisawa van nederige afkomst was, daar hij tot de Eta, de laagste kasten in Japan behoorde, die hun kost verdienen met dieren te dooden en te villen, hij toch bijzonder hoffelijk en welopgevoed was, en, wat vormen en optreden betreft, op een samurai geleek.