Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Maar men wil ditmaal van geen uitstel weten en ook Jean Massieu dringt er op aan, dat zij teekenen zal, en wel nu dadelijk nu het nog tijd is. Jeanne geeft toe; tenminste afgaande op de voorspiegelingen en beloften die men haar doet, teekent zij een stuk, dat men haar voorhoudt, en waarvan men haar in de verwarring met enkele woorden den inhoud heeft medegedeeld.
Dadelijk bij de eerste dagvaarding wijst zij den deurwaarder Massieu op de partijdigheid en de onvolledigheid van het college van rechters waarvoor zij zal verschijnen. Telkens als Cauchon van haar verlangt, dat zij den eed zal afleggen, verklaart zij zich bereid, doch onder zekere restrictie.
Wat verder den inhoud van het stuk betreft hebben wij in de eerste plaats de verklaring door Jeanne zelf twee dagen later gegeven, dat zij begrepen had, dat het er om ging dat zij van kleeding zou veranderen en bovendien de zeer bezwarende verklaring door Jean Massieu in het proces van rehabilitatie afgelegd en door nog verscheidene andere getuigen bevestigd, dat het lange latijnsche stuk, dat zich in het dossier bevindt, een geheel ander is als de korte Fransche verklaring, die Massieu aan Jeanne heeft voorgelezen en die zij onderteekend heeft.
Zij is gekleed in een lange japon en op het hoofd draagt zij een kapje. Met een gewapend escorte van tachtig Engelsche soldaten, voert men het slachtoffer in een wagen naar het oude marktplein van Rouaan. Martin Ladvenu en Massieu vergezellen haar. Zij schreit en bidt, en eenmaal roept zij onderweg in wanhoop uit: »Rouaan, Rouaan, zal ik hier dan sterven? Zult gij mijn laatste woonplaats zijn?«
Als wij de verklaring van den deurwaarder Maître Jean Massieu in het proces van rehabilitatie moeten gelooven, is het niet vrijwillig dat Jeanne hare belofte gebroken heeft, maar heeft men er haar bepaald met geweld toe gedwongen, door in den nacht van den 26en op den 27en Mei, terwijl zij sliep, hare vrouwenkleeren te verbergen en het mans-costuum voor haar gereed te leggen.
De abt Sicard spreekt in een brief aan den doofstommen Massieu, van zuster Simplicia. Hoe oprecht en rein wij wezen mogen, allen hebben wij toch min of meer de kleine vlek van den onschuldigen logen op onze eerlijkheid. Zij niet. Kleine logens, onschuldige logens, zijn er deze? Liegen is een volstrekt kwaad. Min of meer te liegen is onmogelijk; hij die liegt, liegt de geheele leugen.
Uit de menigte, die voor een deel bestaat uit Franschen, die haar sympathiek zijn, roept men haar toe, dat zij moet doen, wat men haar aanraadt en zoodoende haar leven moet redden. Jeanne wil nog een uitstel om de zaak te overwegen en om hare stemmen te raadplegen. Zij vraagt aan Jean Massieu wat zij doen moet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek