Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
In 1884 heeft Marsh een nieuw kruipend dier opgebouwd, dat in de Juraformatie gevonden was en dat hij den naam van macelognates gegeven heeft. Het is eene soort van kikvorsch, met tanden achter in de kaken en eenen gehoornden bek. Bij al die verschillende dieren moeten nog de champsosauri gevoegd worden, waarvan men den juisten vorm nog niet volkomen kent.
Zooals wij zagen behooren de hersenen tot de merkwaardigste organen der dinoceratiden: zij zijn kleiner dan van eenig ander bekend zoogdier, zelfs niet grooter dan de geheele wervelkolom. De ontwikkeling der hersenen heeft in de tertiaire periode volgens Marsh naar de volgende wetten plaats gegrepen: 1. Alle zoogdieren der tertiaire periode hadden kleine hersenen.
Deze dappere cavalerie had gebogen voor de lanciers van Bro en de kurassiers van Travers; van de twaalfhonderd paarden waren zeshonderd overgebleven; van de drie luitenant-kolonels lagen twee ter aarde, Hamilton gekwetst, Mater gesneuveld. Ponsonby was gevallen, van zeven lanssteken doorboord. Gordon was dood, Marsh was dood. Twee divisiën, de vijfde en de zesde, waren vernield.
Ook bij deze dieren vindt men verscheidene typen. De pterodactyli der Juraperiode van West-Europa hadden de grootte van musschen, lijsters en duiven. Maar in de Vereenigde Staten heeft Marsh in de krijtformatie van Kansas beenderen gevonden van het geslacht pteranodon, die behoord hebben tot dieren, wier vleugeluitgebreidheid zes of zeven meters bedroeg!
En toch was de ontdekking van dat dier nog slechts een voorspel van de ontdekkingen, onlangs in Amerika gedaan naar aanleiding der eerste fossiele vogels; die ontdekkingen waren zóó belangrijk en talrijk, dat Marsh aan de voornaamste ontdekkingen een folio boekdeel wijdt, dat als het ware alleen nog maar eenen ontleedkundigen catalogus vormt van de onderzochte exemplaren.
Marsh heeft een groot werk geschreven over die vreemde schepselen; het is nog rijker in belangrijke gegevens dan dat, waarvan wij vroeger gesproken hebben naar aanleiding van de tandvogels. De schedel der dinoceratiden verklaart ons, waarom men hun dien naam gegeven heeft.
Van 1870 tot 1883 heeft Marsh de overblijfselen van meer dan 200 exemplaren van dinoceratiden verzameld, zonder nog te spreken van de tallooze fossielen, tot andere groepen behoorende. Men kent reeds 30 verschillende soorten. De studie van dat prachtige materiaal is de grondslag van zijne schoone verhandeling.
Opmerkelijk is het, dat men geene ichthyosauren gevonden heeft in de secundaire formaties van de Vereenigde Staten van Amerika. In 1879 vond echter professor Marsh een exemplaar van drie meters lengte, afkomstig uit de Juraformatie van het Rotsgebergte, maar zonder tanden.
"Tweede keer wat?" bibberde Bertie. "Vergif", was het antwoord. "Die kok zal nog eens opgehangen worden." "Op die manier is de boekhouder op Cape Marsh er tusschen uit getrokken," deed Brown zich hooren. "Een vreeselijken dood gestorven. Aan boord van de Jessie zeiden ze dat ze hem drie mijlen ver hadden hooren schreeuwen." "Ik zal den kok in de boeien laten slaan", proestte Harriwell.
De hals bevatte waarschijnlijk hoogstens tien wervels en was even groot als die van de ichthyosauri. De hand, met vijf vingers, eindigde in leden, die geene klauwen bezaten en had den bouw der vinnen. De langste vinger had zes leden; de kortste vier. Marsh teekent aan den duim slechts drie leden. De achterste ledematen komen in bouw met de voorste overeen, doch zijn iets kleiner.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek