Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Marsh heeft een groot werk geschreven over die vreemde schepselen; het is nog rijker in belangrijke gegevens dan dat, waarvan wij vroeger gesproken hebben naar aanleiding van de tandvogels. De schedel der dinoceratiden verklaart ons, waarom men hun dien naam gegeven heeft.

Zooals wij zagen behooren de hersenen tot de merkwaardigste organen der dinoceratiden: zij zijn kleiner dan van eenig ander bekend zoogdier, zelfs niet grooter dan de geheele wervelkolom. De ontwikkeling der hersenen heeft in de tertiaire periode volgens Marsh naar de volgende wetten plaats gegrepen: 1. Alle zoogdieren der tertiaire periode hadden kleine hersenen.

In de tertiaire periode zijn de hersenen geleidelijk toegenomen. Die toeneming had vooral plaats in de halfronden. Bij enkele groepen worden de hersenwindingen samengestelder. De halswervels der dinoceratiden gelijken op die der snuitdieren, maar zij zijn langer. De geheele hals was een derde langer dan die van den olifant.

In de eocene periode was de zee, die tijdens de krijtperiode die streken bedekt had, door groote zoetwatermeren vervangen, aan wier oevers een rijke plantengroei ontstond, en waar de reusachtige dikhuidigen zich ontwikkelden, wien men den naam van dinoceratiden gegeven heeft.

Daar er in het algemeen verband bestaat tusschen de ontwikkeling der hersenen en het verstand, mag men aannemen, dat de oudere zoogdieren minder verstand hadden dan die van onzen tijd. Het fossiele dier, dat door zijne ledematen en zijne tandvorming het meest tot de dinoceratiden nadert, is de coryphodon; maar toch is het nog ver van de dinoceratiden verwijderd.

Van 1870 tot 1883 heeft Marsh de overblijfselen van meer dan 200 exemplaren van dinoceratiden verzameld, zonder nog te spreken van de tallooze fossielen, tot andere groepen behoorende. Men kent reeds 30 verschillende soorten. De studie van dat prachtige materiaal is de grondslag van zijne schoone verhandeling.

De dinoceratiden zijn inderdaad wezens, die verdwenen zijn zonder nakomelingschap achter te laten, nadat zij aan de eocene wereld een vreemdsoortig voorkomen gegeven hadden.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek