United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


1 Naardien de dierbaarheid der geboorte-plaats mij neep, hereende ik de verstrooide looveren en hergaf ik ze aan hem, die reeds schor was. 4 Vandaar kwamen wij aan de grens, waar de tweede binnen-cirkel zich van den derden scheidt, waar men gruwelijke kunst-uitoefening van rechtvaardigheid ziet.

139 En hij tot ons: "O zielen, die gekomen zijt om die schandelijke schade te zien, die aldus mijne looveren van mij heeft afgescheiden, 145 haar altijd door zijn bedrijf bedroeven. En 't ware het dat daar, waar men den Arno overgaat, eenige glimp van Mars overig blijft,

Zoodra ik echter gebalkt had, schrikte Demea, op het koord. En afgesprongen, in hare gouden looveren omgoten en met hare gazen libellevleugelen, liep zij in grootste verwondering naar ons toe, bleef voor onzen troon en tafel staan en blikte mij diép in de oogen. En nu zag ik, dat zij werkelijk ontstelde en zij riep, als Charis geroepen had: Charmides! Maar Charis schrikte op.

Daar vervalt het schoone woord Hem wien reeds de zaak behoort, Die haar diepst heeft liefgehad Zonder dat. Wij hebben ons vandaag verlaat! Pas bij de laatste brug Waar 't voetpad tusschen 't gras vergaat, Daar keerden wij terug. Achter ons dekt de witte damp De schemerende landen. Zóó zijn wij thuis. Wij zien de lamp In looveren warande ...

Zij liep over een koorde, die de twee mannen gespannen hielden over de vijverplassen, de bloemoverladen wateren over; zij liep met gazen vleugels aan en in gouden looveren omgoten en hare genooten liepen als zij, en omdat de koorde vertrilde in het felle licht, scheen het of zij drie libellen waren, die zweefden, zweefden want zij liepen heel snel en het was of er de koorde niet was.

En zwermden overal de mannen en vrouwen in het vergier en over de wallen en langs de elf grachten. En joegen zij naar het Zwevende Scaec. Gawein was de wenteltrap afgestormd, latende Ysabele en Amadijs. Het Scaec! wees Ysabele naar het glinstervierkant beneden, dat zich verloor als een vluchtende vogel tusschen de looveren van het geboomt. Het Scaec... herhaalde, bleek, Amadijs.

De tweede binnen-cirkel van den zevenden ommegang. 1 Nog was Nessus niet aan gene zijde weder aangekomen, wanneer wij ons door een bosch op weg begaven, dat door geen enkel pad doorloopen werd. 4 Geen groene looveren, maar looveren van grauwe kleur, geen slechte takken, maar knoestige en in elkander gekronkelde, geen appelen waren daaraan, maar stekels met vergif.