United States or Russia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En in het Engels-Normandiese rijk was het ook, zoals wij gezien hebben, dat de belangstelling der baronnen in de historie het eerst rijmkronieken in het leven riep, die de Latijnse geestelike annalen voor leken toegankelik maakten.

En uit die werken gaan ze in de middeleeuwse kerkelike verhandelingen over: »De ogen", lezen wij in zulk een stuk van ongeveer 1100, »zijn de boodschappers van de losbandigheid. De ziel wordt door de ogen gevangen; door hen dringt de liefdepijl het hart binnen"; en in Latijnse gedichten twisten het oog en het hart er om, wie van de twee de schuld is van de zonde der mensen.

Nu, ten tijde van de kruistochten, wordt de romanhonger der leken door de Grieks-Oosterse vertellingsliteratuur gestild zowel door Latijnse vertalingen er van, als door mondelinge verhalen. En door haar kunstvorm en haar geest zowel als door haar onderwerpen, zou die al heel spoedig nog vruchtbaarder voor de ridderromans blijken te zijn dan de klassieken dit geweest waren.

In een lang gedicht aan die gravin Adèle schildert hij haar woning, zoals hij zich die in zijn fantasie voorstelt en beschrijft o.a. de wandtapijten met voorstellingen uit de Griekse mythologie en de Romeinse historie. In Latijnse hexameters schrijft Paris minnebrieven aan Helena en richt Florus brieven van troost tot Ovidius in diens ballingschap.

Het hartroerende, gevoelvolle in deze motieven hebben de geesteliken reeds in de 11de eeuw in Latijnse verzen, met de nodige retoriek en sentiment ontwikkeld.

De graden door welke de jongeling tot de ridderwaardigheid komt, de ceremoniën van de ridderslag, heraldiek en de regels voor het steekspel dit alles werd in de praktijk vastgesteld, maar dan in de theorie verder uitgewerkt. En in Latijnse verhandelingen en Franse leerdichten werd een ideaal van de ridderlikheid ontwikkeld waartoe de adel hun zonen trachtte op te voeden.

Een vage romantiese fantasie omgeeft overal de werkelikheid met die wereld welke niet gezien wordt. Staande tegenover de heldere aanschouwingskunst der Latijnse volkeren, bestond daar bij dat ras een fantasie die overal het onzichtbare zoekt, dat wat slechts mystiese voorstellingen opwekt.

In de 10de eeuw vinden wij de stof in Latijnse hexameters bewerkt, later gaat die in de Latijnse verzameling van verhaaltjes, de »Gesta Romanorum" over, en reeds in de 12de eeuw zijn er Provençaalse en Franse bewerkingen geweest.

En door de Latijnse verzamelingen van vertelsels, zoals de geschiedenis van de Zeven Wijzen, zowel als langs de mondelinge weg werden de Middeleeuwen met een rijke keur van histories voorzien over de sluwheid en de valsheid van de vrouw.

Onder dit alles zien wij de kronieken en legenden der monniken levendiger worden en meer door menselike gevoelens bewogen, maar door de fantasie gekleurd, meer roman-achtig en ze komen er nu zelfs toe hele profane Latijnse romans te schrijven.