United States or Luxembourg ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja majoor, juist," zegt Eva snel, en wisselt dan een blik met haar moeder, die Kartenglimp niet ontgaat en waardoor hij opnieuw in de overtuiging wordt versterkt dat mijnheer de graaf van Armeloo ook bij die mooie dochter een nul in 't cijfer is. Best! als hij 't maar weet! "Zoon van Peter Harmen niewaar?" vervolgt Kartenglimp; "welgesteld landbouwer aldaar."

"Die hebben we allemaal, meneer, van 't kleinste insekt tot den mensch toe, van den armste tot den rijkste en machtigste! Vijandschap is de wet van 't leven!" Ibarra keek Elias een oogenblik zwijgend aan. "U bent geen loods en geen landbouwer!..." mompelde hij. "U heeft vijanden onder de hoogen en onder de lagen", ging Elias voort, zonder op de woorden van den jongen man acht te slaan.

Ten eerste omdat er bij de kinderen geen lokmiddel, geen prikkel is, ten tweede omdat zelfs al waren ze er wel, het gebrek aan middelen en allerlei vooroordeelen ze dooden. Men zegt dat in Duitschland de zoon van een landbouwer acht jaar op de dorpsschool leert. Wie zou hier de helft van dien tijd willen besteden, wanneer men er zulke schamele vruchten van plukt?

Zij herinnerde zich, hoe oud die spiegel was, hoe hij de glimlachjes en tranen van haar moeder had weerkaatst, en zelfs die van haar overgrootmoeder. Zoo dikwijls de vrouw van den landbouwer naar den tempel ging, zag zij den spiegel, die zij zoo gaarne terug had, op een grooten hoop achter een hek liggen.

Hoewel nog altijd in de eerste plaats landbouwer, begint, sedert er wegen door zijn land zijn aangelegd, de Batakker al meer en meer handelsman te worden.

De meeste legenden, die met Raiden en zijn verwante geesten in betrekking staan, zijn van een kwaadaardige natuur; maar in het volgende verhaal zien wij, dat het kind van den Dondergod grooten voorspoed aanbracht. Dicht bij den Berg Hakuzan leefde eens een zeer arme landbouwer, Bimbo genaamd.

De nomaad, die huis noch hof bezit, geen arbeid of bestendige bezigheid kent, is uit den aard der zaak hebzuchtiger dan de vreedzame landbouwer; en daar hij zich voor de ontberingen van zijn werkeloos leven schadeloos tracht te stellen met de vruchten van den arbeid zijns buurmans, zoo zijn rooftochten, plunderingen en veroveringen van gansche landstreken telkens voorkomende zaken.

Verder vertoonen sommige op algemeene wijze gevormde geslachtsnamen eigenaardige Friesche voornamen, als Sikkes en Doedes, andere zijn met typisch Friesche woorden samengesteld. Zoo beteekent Soepboer: karnemelkboer; Bouwfeint: knecht van een landbouwer; Skriemer: iemand die weent of schreit.

In de rijpe bollen maakt men van ter zijde, met een scherp snijdend werktuig, eene kleine opening; het daaruit vloeiende vocht wordt opgevangen in een kopje, dat aan den vinger van den landbouwer is vastgemaakt. Deze operatie wordt driemaal om de veertien dagen herhaald, waarna de plant al haar sap heeft verloren.

Na de genoegens van het leven komen ziekte en de dood. Menige zwakte en menig lijden slaat de landbouwer lager aan dan de stedeling met hooger kultuur, en het is zelfs een bekend feit, dat hij eerder den veearts voor de stalbeesten zal ontbieden, dan den geneesheer voor zich zelf of voor de leden van zijn gezin. En nog gaat hij dan bij voorkeur bij waterdokters en konsorten te rade.