Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
Want alle kelen zongen, iedere deur was een keel, uit alle kroegen en danshuizen zwollen de deunen zwaar en breed op dikke adems aan.
Hij liep in 't midden, over 't nat-gladde asphalt in 't schichtig schaduwende halflicht dat uit de winkelhuizen en kroegen kwam, hier en daar wat opgehaald door een straatlantaarn, en boven was de nacht, een raggende oneindigheid van vaal-zwart, waarvan de schuw-armoedige flarden wuifden tusschen de spookgestalten van de donkere geveltoppen.
Het is heden Zondag; niettemin zijn de herbergen geopend, en hoort men overal het rollen van biljardballen. Opzichtig gekleede vrouwen drentelen door de straten, en half-dronken kerels twisten over hunne vertering in de kroegen. En toch wordt ge telkens herinnerd aan de vrije natuur, aan het bloeiende veld.
De oude heer Doxa slenterde, er rond, keek met belangstelling naar de, politieagenten, de hondendieven, de haringventers en de citroenwijven, luisterde aan de open deuren van kroegen en danszalen, naar de versleten deuntjes van een blazenden draaiorgel of de schokkende springwijzen van een grollend speelboek. Dan liep hij de Visitandienenstraat omlaag en kwam lanterfanten in de Priemstraat.
Nooit ging hij naar de kerk en hij smaadde al haar sacramenten met afschuwelijke taal als booze dingen; daarentegen had hij de gewoonte naar kroegen en andere slechte plaatsen te gaan.
Al de kroegen, kavitjes en kabberdoezen der Hoogstraat waren open en onder de lage lichten krioelde een bleek gepeupel van willokseters en kwakzuipers, vaartkapoenen en gauwdieven, wijventoekkers en makrellen, oude stumpers en jonge wurmen aldooreen.
Onze goede verstandhouding gaf aanleiding tot de volgende overeenkomst: zij beloofden mij nooit te zullen wegloopen uit eenige sloep, waarmede ik in dienst aan den wal zou zijn; ik daarentegen zou hen altijd veroorloven, om zoo lang mogelijk naar de kroegen te gaan.
En wanneer eindelijk, diep in den nacht, in de kroegen en danshuizen de laatste stuiver is verteerd en het laatste glas geledigd, dan keeren de kermisgangers, die voor een enkelen dag hun zorgen en kommer vergeten hebben, onder onbeschrijfelijk rumoer en getier naar hunne woningen terug.
Hij is tusschen de zeven en dertien jaar oud, leeft in troepen, zwerft langs de straat, woont onder den blooten hemel, draagt een oude broek van zijn vader, die hem op de hielen hangt, een ouden hoed van een anderen vader, die hem over de ooren zit, een draagband van gele zelfkant; hij loopt, ziet, vraagt, verslijt den tijd, rookt, vloekt als een heiden, bezoekt de kroegen, kent de dieven, spreekt gemeenzaam met publieke vrouwen, kent de dieventaal, zingt onzedelijke liedjes, maar heeft niets kwaads in 't hart.
De hall was somber, maar de hel-verlichte restauratiezaal zat vol met officieren, die al evenmin schenen te treuren als de soldaten in de kroegen. De oude generaal fronste met nurkschen blik de wenkbrauwen. "Hoe is het mogelijk!" bromde hij. Zij vroegen om logies. Eerst zette de gérant een hoogst bedenkelijk gezicht. Hij had zoo goed als niets meer over, beweerde hij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek