Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Met 1 inl. verkenner, 1 Eur. serg., 1 fuselier, 10 Dajaks en 15 dwangarbeiders op marsch naar boven. 3 Inl. fuseliers worden achtergelaten als dekking van Hoofdbivak. Na een steilen klim bereiken wij een kam van 3000 meter hoogte. Legden vandaag ± 2 KM. af. 15 November. Volgen, voortdurend een pad kappende, den kam, die weinig stijgt. Regen en windvlagen.

Van uit het bivak, dat ten 2 uur 30 min. gemaakt wordt, wordt in noord-noord-westelijke richting bergland gepeild op naar schatting 40 KM. afstand; dit moeten toppen van het Van Reesgebergte zijn, die de meervlakte aan de noordzijde begrenzen. 2 Juli.

De cirkel, waarin rustig het meer ligt, is een oude krater van reusachtige afmetingen. Het meer zelf is 16 KM. lang en 8 KM. breed. De wal er omheen, door het water afgebrokkeld, rijst 11

Vijf dagen lang heb ik er op gewacht, of de Juliana-top of omliggende zich niet wilde bevrijden van zijn sluier van wolken of waterdamp, doch het mocht niet zijn; ik kwam niet verder dan den keten 3700-3800 op 20 KM. van die sneeuwtoppen. Maar het gaf dan toch aansluiting en toen de vijfde morgen weer niets opleverde, besloot ik tot terugkeer.

Den 24en December maakten de Militaire Commandant van Ambon, majoor Gooszen, kapitein Oppermann en ik een tocht naar de Marinevallen. Wij vertrokken weder in onze twee prauwen, elk met zes Dajaks bemand. De afstand van 30 KM. werd in 7 uren afgelegd. Wederom maakten de Dajaks onze bewondering gaande, nu door het voorbeeldeloos handige werken in de versnellingen.

Wij waren slechts twee uren nog verwijderd van ons doel, toen een boodschapper ons kwam berichten, dat de britsche commissie aangekomen was, en weldra konden wij de hand van landgenooten drukken na een reis van meer dan 1000 KM., voor 't meerendeel door woestijnen, met zeer weinig comfort te onzer beschikking, hetgeen wel een heldenstuk mag heeten voor een per karavaan reizende dame.

Grillig en veranderlijk was het landschap als geen ander; we verkenden de rivier ruim 20 KM., tot het avond werd en bivaktijd; we waren toen tot een 200 M. gestegen, het laatste gedeelte snel, daar we den oorsprong naderden en dus tegen de heuvels begonnen op te kruipen. Hoe hooger men kwam, hoe schilderachtiger.

Als dan ook ten 2 uur 30 min. wederom een prauw omslaat en eenige barang verloren gaat, besluit ik hier maar mijn "Prauwbivak" in te richten en dan maar wat verder te marcheeren. 't Was jammer, want de Luit.-ter-zee De Wal kon in 1911 deze rivier ongeveer 10 KM. opvaren, terwijl ik 2 KM. van den mond reeds verplicht ben te bivakkeeren.

Het groote bekken zelf is minstens 160 KM. lang en 50 KM. breed; het heeft zeker al het water opgenomen, dat men nu in het meer vindt, of ten minste al het overvloedige van de hooge waterstanden, anders kan men zich onmogelijk de groote uitgestrektheid verklaren.

Het groote bekken zelf is minstens 160 KM. lang en 50 KM. breed; het heeft zeker al het water opgenomen, dat men nu in het meer vindt, of ten minste al het overvloedige van de hooge waterstanden, anders kan men zich onmogelijk de groote uitgestrektheid verklaren.

Woord Van De Dag

karvrachten

Anderen Op Zoek