Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Het roer was gebroken, en Columbus meende, dat twee mannen, die de eigenaars van deze karveel waren, en die de reis tegen hun' zin medemaakten, opzettelijk die averij aangebracht hadden, om daardoor een voorwendsel te kunnen vinden om terug te keeren.
Nu bracht De Silva zijn plan de campagne, hoewel het, zooals hij zegt, tegen alle wetten en krijgsprudencie streed, den 12en Jan. 1610 in een junta van alle "estados". Op de in deze vergadering gemaakte bedenking, als zou het beter zijn op de hulp van den vice-koning te wachten, kon de doortastende gouverneur antwoorden, dat den 1en Oct. 1615 een karveel en een galjoot door Francisco de Meranda afgezonden waren, die het volgende bericht hadden medegebracht.
Niet te verwonderen is het dus, dat hij zoo spoedig mogelijk het fort wilde opzoeken, en zeer ontstemd was, toen hij tegen zijn' zin bij Guadaloupe eenige dagen opgehouden werd. Diego Marque, een Kapitein van eene karveel, was met acht man aan wal gegaan en niet teruggekomen. Stellig was hij in de dichte bosschen van het eiland verdwaald, en hem met de zijnen achterlaten, dat kon niet.
Een zonderling middel om de kennismaking met deze menschen aan te knoopen, bracht de Kapitein van de karveel in practijk. Hij sprong van zijn schip in de kleine kano, die daardoor omkantelde. De Wilden trachtten zwemmende den oever te bereiken, doch werden door de Spaansche matrozen achterhaald en gevangengenomen.
Tal van inboorlingen zag men uit de bosschen komen, en in een toestand van groote opgewondenheid langs het strand loopen. Zij waren allen moedernaakt. Vermoeid als de reizigers waren door zooveel weken lang niets dan water te zien, had het tooneel, dat zij nu aanschouwden, voor hen de bekoring van een feeënland. Van elke karveel liet men de boot zakken.
Het was in het begin van October 1500 toen de karveelen het anker lichtten en de reis naar Spanje aannamen, onder het opperbevel van Don Alonzo De Villejo. De Kapitein van de karveel, waarop Columbus als gevangene was, heette Andreas Martin. Deze deed voor De Villejo in edelmoedigheid niet onder, en behandelde den Admiraal met de meeste onderscheiding.
Hier ontbrak het hun aan niets. Columbus werd bestormd met dringende verzoeken, om op het eiland te mogen blijven. Voor al het scheepsvolk van beide schepen te zamen zou het ook zeer ongemakkelijk zijn geweest, om op de terugreis in een klein karveel opeen gepakt te worden. Dit bracht den admiraal er toe den grond te leggen voor een latere volkplanting op het groote en schoone eiland Hispaniola.
Hij beval daarom naar San-Sebastian terug te keeren. Met tegenzin gehoorzaamden Pizarro en de zijnen aan dit bevel, doch eer ze het verlaten fort bereikt hadden, verging de karveel van De Enciso in de Golf van Dariën. Met groote moeite werden nog eenige levensmiddelen gered, en zoo kwam men alweer met één vaartuig en eene half verhongerde bemanning op de plaats aan waar het fort eens gestaan had.
De matrozen zagen uit alles duidelijk, dat kort geleden hier menschen moesten vertoefd hebben, want ze vonden zelfs vuren, die nog niet uitgedoofd waren. Eindelijk wierpen de schepen de ankers in de monding eener rivier uit, en thans zag men eene kano waarin een viertal mannen zaten, de karveel naderen, welke het dichtst bij den wal lag.
Het schip waarop Pizarro was, bleef behouden en ontmoette, na eenige dagen zwervens, in de haven van Cartagena, waar De la Cosa gesneuveld was, de karveel van De Enciso, die, vernomen hebbende hoe het met de volkplanting afgeloopen was, zich nu als hoofd van den tocht en als Gouverneur van Nieuw-Andalusië beschouwde, zoo lang De Hojeda er niet was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek