Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Juliaan bood hem, wat hij bezat: een stuk ranzig spek en korsten roggebrood. Toen hij ze verorberd had, droegen tafel, nap, en het heft van zijn mes, eendere plek-als zijn lichaam. En hij sprak: "Ik heb dorst". Juliaan haalde zijn kruik en toen hij ze opnam, steeg er een geur uit, die zijn reuk en zijn hart streelde. Het was wijn; wat een vondst!
De hagel striemde hem de handen, de regen stroomde over zijn rug, de wilde storm verstikte hem, en hij hield in. Toen werd de sloep meegesleept door den stroom. Maar Juliaan begreep, dat het ging om iets zeer gewichtigs, om een gebod waaraan hij niet weerstaan mocht, en hij greep weer naar de riemen. Toen werd de groote stem van den storm onderbroken door het geklapper der roeipinnen.
De burgerij nam daaraan moedig deel, doch daar van hare verdedigers velen tot den vijand overliepen, bezweek zij weldra voor de overmacht der geoefende Spanjaarden, die door de beste generaals, zooals Juliaan Romero en anderen, aangevoerd werden. Antwerpen werd door de Spanjaarden ingenomen. Na de overwinning vierden deze onbeteugeld hun zucht tot moorden en blakeren bot.
Daar vóór hem brandde het lantaarntje. Rondfladderende vogels deden het bijwijlen schuil gaan. Maar de oogen van den Melaatsche wendden zich niet van hem af, en hij zag hem staan, hoog opgericht bij den achtersteven, roerloos als een zuil. En dit alles duurde zeer, zeer lang. Toen ze in de hut gekomen waren, sloot Juliaan de deur, en hij zag den Melaatsche op het bankje zitten.
Maar Juliaan minachtte die gemakkelijke kunstjes. Hij verkoos ver buiten de menschen-wereld te jagen, alleen met zijn paard en zijn valk. Het was bijna altijd een groote Scythische jachtvalk, zoo wit als sneeuw.
In den nacht van den 8en September verscheen in Egmond's woning een Spanjaard, die hem dringend smeekte, ernstig aan zijne veiligheid te denken, dewijl elke minuut toevens hem noodlottig worden kon. De gravin van Egmond, die deze bijzonderheid later heeft medegedeeld, herkende den bezoeker niet terstond, maar zij meende dat het Juliaan Romero, de Spaansche generaal, geweest is.
Ook was de dichter in den tusschentijd een ander geworden. Zelf laat hij zich in een brief aan Daa van 23 Febr. 1873, kort voor het verschijnen van Kejser og Galilæer, aldus uit: "Overigens is er in het karakter van Juliaan, gelijk in het meeste van wat ik op rijper leeftijd geschreven heb, meer, dat in den geest doorleefd is, dan ik lust heb, het publiek mee te deelen.
Toen kalfaatte hij de boot met stukken wrakhout, en bouwde zich een hut van leem en boomstronken. Weldra kwamen er reizigers, die van het veer gehoord hadden. Met een vlag wenkten ze hem van den overkant. Juliaan sprong dan haastig in zijn boot.
Maar ditmaal geldt het niet Noorwegen, maar de menschheid, en de strijd is niet die van een hertog tegen een koning, maar van een keizer over het machtigste wereldrijk tegen zijn bestemming. Er bestaat ongetwijfeld een nauwe verwantschap tusschen hertog Skule en keizer Juliaan. Maar Juliaan is de meest tragische figuur.
Toen verloste hij den keizer uit den kerker en plaatste hem weer op den troon, in tegenwoordigheid van zijn geheele hof. De keizer wilde hem, tot dank voor zulk een dienst, korven vol geld geven. Juliaan begeerde het niet. Meenend dat hij meer verlangde, bood de keizer hem toen drie-vierde-deel van zijn rijkdommen aan; nieuwe weigering.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek