United States or Senegal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wil men inderdaad voordeelige honingoogsten krijgen, dan moet zelden een koningin langer dan twee jaar in den korf blijven. Daarna is zij niet veel meer waard en moet afgezet worden, of door den ijmker of door de bijen.

In zuivere hei-distrikten waar men zijn sterke volken vroeg genoeg bij de hand heeft aan het eind van Juni, mag alleen het feitelijk gevaar van hongerdood den ijmker er toe noopen tot kunstmatige, dus minderwaardige voeding zijn toevlucht te nemen. Dezelfde regel geldt voor schapendistrikten.

Men moet bedenken dat de bijenkorf, in zijn voortbestaan van jaar tot jaar, eigenlijk een moderne inrichting is, en eerst praktisch nuttig werd met de uitvinding van den lossen bouw, die den ijmker in staat stelt de raten te vernieuwen. Wij hebben er van gesproken, hoe de broedraten zich langzamerhand heelemaal opvullen met de leege cocons, die er door de uitkomende bijen worden achtergelaten.

Men krijgt er heel gauw genoeg van, de wonderen van het bijenleven te openbaren aan een onkundigen en min of meer angstigen bezoeker, en er is zeker niemand, die daar zoo slecht tegen kan als de ijmker van de oude school.

Mozes Rusden, ijmker van Koning Karel II, die in het jaar 1679 nog zijn "Verdere ontdekkingen in het Bijenleven" uitgaf, geloofde, dat de werkbijen niet alléén de levenskiemen, maar de feitelijke lichamelijke substantie van de jonge bijen van de bloemen gaarden.

Als de vernuftige ijmker luchtgaten maakt in de wanden van den korf, dan zullen de bijen ze in den nacht zorgvuldig weer dichtstoppen. In den ouden bijentuin hebben wij gezien hoe het waaiersleger de onzuivere lucht uittrok. Deze bijen hadden hun kopjes naar het vlieggat gericht.

Het is bovendien ook eerst in dezen tijd van wetenschappelijke bijenteelt, dat het werk van den ijmker zelf van meer gewicht is. Nu, bij het licht der twintigste-eeuwsche kennis, kan het den dubbelen en zelfs driedubbelen honingoogst produceeren van wat de oude methoden opleverden.

Voor den praktischen ijmker van later tijden lijken al deze bijzonderheden, door de klassieke schrijvers vermeld, niet anders dan nutteloos en verwarrend gebazel; en men verwondert zich, hoe de bijen het rooiden, dat zij nog bleven bestaan onder zulk een verfijnd gekompliceerde, slechte behandeling: een mengsel van onwetenheid en nauwelijks een enkel vastgesteld feit.

In één woord: gij moet kuisch, zindelijk, rustig, sober, zacht en gemeenzaam zijn; dan zullen zij u liefhebben en uit alle anderen kennen." Zoo is dus volgens Butler de goede ijmker een samenstelling van alle deugden, en tot bevordering van het duizendjarig rijk schijnt niet anders noodig, dan alle menschen te bewegen, ijmkers te worden.

Hij geeft ook wenken hoe een goed ijmker zich heeft te gedragen, die wel waard zijn aangehaald te worden: "Als gij de gunst van uw bijen wilt houden, dat zij u niet steken, dan moet gij de dingen vermijden, die hen kunnen beleedigen: gij moet niet onkuisch noch onrein zijn; want zelf uiterst kuisch en zuiver, verafschuwen zij alle vuilheid en liederlijkheid.