Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Uit vrees noodigt ESPRIAAN koning KAREL en de zijnen op zijn kasteel. GEERNOUT trekt Wisselau een rok van vier kwartieren aan, dien hij voor hem had laten snijden ter gelegenheid van een hoffeest te Aken en volgt met den beer de overigen. Als zij aan ESPRIAANS burcht komen, loopt de portier op het zien van Wisselau jammerend van angst weg. Dat geschiedt.
Het was alles teveel litteratuur geworden, een vooze renaissance en een ijdele conventie. De overlading met staatsie en etikette moest het innerlijk verval van den levensvorm bedekken. De ridderlijke gedachte der vijftiende eeuw zwelgt in een romantiek, die door en door hol en versleten is. Dat was de bron, waaruit het hoffeest de fantazie voor zijn vertooningen en verbeeldingen putten moest.
Daar was altijd aanwezig de indrukwekkende verbeelding van één verheven idee in een schoon gebaar van velen samen. De heilige waardigheid en de hooge vaste gang werden er zelfs door de uiterste woekeringen van het feestelijk détail, tot in het burleske toe, niet verbroken. Doch waaraan ontleende het hoffeest zijn stijl? wat was hier de idee, die het uitdrukte?
Wat de beroemde feestelijke geloften der vijftiende eeuw, met name de Voeux du Faisan bij het hoffeest van Philips den Goede te Rijsel in 1454, ter voorbereiding van den kruistocht ons van dit alles nog te zien geven, is niet veel meer dan een fraaie hoofsche vorm. Niet dat de spontane gewoonte, om in nood of sterke gemoedsbeweging een gelofte te doen, iets van haar kracht zou hebben verloren.
Elke idee werd immers als wezen gezien, elke hoedanigheid als zelfstandigheid, en als wezen kregen zij voor het beeldende gezicht terstond persoonlijken vorm. Dionysius de Kartuizer ziet in zijn revelaties de Kerk juist even persoonlijk en tooneelmatig, als zij vertoond werd op het hoffeest van Rijsel.
Voorzoover het hoffeest uit die elementen was opgebouwd, had het voor de tijdgenooten wel degelijk een grooten, eerbiedwaardigen stijl. Nu nog kan zelfs iemand zonder monarchale of adellijke geestdrift bij het aanschouwen van elke willekeurige staatsie de huivering van zulk een zuiver wereldsche liturgie ondergaan.
De jonge Anne de Bourgogne, Bedford's gemalin, ergert den eenen keer de burgers van Parijs, door in woesten rit een processie met slijk te bespatten. Maar een andermaal verlaat zij te middernacht den bonten zwijmel van een hoffeest, om bij de Celestijnen metten te hooren. En haar droeven jongen dood beloopt zij door de ziekte, die zij opdeed bij het bezoeken van de arme kranken in het Hôtel Dieu.
Het spel-element overweegt; de geloften zijn goeddeels opluistering geworden van het hoffeest. Toch worden zij nog altijd verbonden aan de ernstigste oorlogsondernemingen: den inval van Eduard III in Frankrijk, het kruistochtplan van Philips den Goede.
Hoe moet het dan geweest zijn voor de bevangenen in den waan van dat ridderideaal, bij de pompeuze aankleeding met lange gewaden en schitterende kleuren! Maar het hoffeest wilde nog meer. Het wilde den droom van het heroïsche leven tot het uiterste verbeelden. Hier nu brak de stijl. Die gansche toestel van ridderlijke fantazie en staatsie was niet meer van echt leven vervuld.
Toch begaf hij zich een paar dagen later in een schitterend costuum naar een groot hoffeest op de Tuilerieën, maakte voor zijn heer een zeer lange, diepe buiging en werd bijna weder in genade aangenomen. Zoo waren de fouten, door den Keizer zelf begaan, thans reeds oorzaak van een begin van omkeer in de publieke opinie. Dit werkte nadeelig naar buiten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek