United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij dansten en floten, om beurt elkaâr begeleidend, op hunne dubbelfluiten. Het was een nacht van vaag licht, zonder maan, zonder sterren; een lucht van damp drukte over de tuinen. En in die grauwheid van atmosfeer, zevende het atrium binnen, dansten de jongens. Zij wisten hoe zij hier moesten dansen. Geheel anders dan zij gemimeerd hadden bij den voornamen Plinius.... O, zij doorzagen dadelijk hun volkje! Hier, voor de Keizerin, die den histrio Pâris bemind had, voor die uit hare oogen brandende, magere Domitilla, voor die Fabulla, die zij nooit vergeten konden, hossende op de eene knie van Colosseros en zij beiden op zijn andere knie, voor hun eigen moeder, die hen van de hand had gedaan, toen zij drie jaren waren geweest, dansten zij

Hun vader léefde nog.... Een infamis! Geen burger, een rechtlooze, een histrio! Recht! spotte zij. Wat is rècht in onzen tijd? Zoû je nog een proces Lavinius willen aandoen?? Ik was je vóor! Géef Lavinius het geld! Ik bèn immers geen patriciër.... Slaaf uit Canope! schold zij. Hij brieschte, balde hoog over haar de vuisten. Lavinius weerde hem af met tooneelgebaar.

Jij, Lavinius Gabinius? hoorden zij, buiten, verwonderd Martialis antwoorden. Op dit uur, in de tuinen van den Palatinus?? O, jij schalk, die zeker een Palatijnsche bemint! O, jij, histrio, dien een patricische mint.... Wacht maar! Ik zal een epigram op je dichten!.... Ik? Ik ga naar den Keizer.

Ja, zijn vrouw verstooten, omdat zij een histrio tot minnaar had.... Hij heeft Domitia weêr tot zich genomen, op de "heilige kussens van zijn godebed" als het decreet luidde en Pâris is gekruisigd. Wat verder? Jou mimus-kerel is verdronken in de Aegeïsche zee, in een storm, en jou zal hij niets doen al hoort hij ook

Zij had hun vader, Manlius, den histrio, lief gehad. Zij geleken op hem, maar hunne oogen waren de hare. Zij waren beiden heel mooi, heel blond, heel fijn en toch zoo gezond, frisch en jong. Zij waren als groote kinderen, deze comoedi, die al zoo veel hadden gezien, gezworven, gedaan, ondervonden. Zij voelde in zich een behoefte hen tegen zich aan te drukken. Zij bedwong zich.

Zij waren beiden even groot, niet klein, zeer slank, toch kinderlijk en tevens met iets over zich, dat dadelijk herkenbaar was als dat van den jongen "histrio": een ironie, een gemak, een ondeugendheid, iets brutaals, al waren zij "veracht" en slaaf.