United States or South Georgia and the South Sandwich Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik wil wel, nederig, bekennen, dat mijne aspiraties niet zoo ver gaan. Ik schaam me wel een beetje, maar ik woon ook niet, als Crispin, aan de Ponte Sisto, maar in een heel banaal hôtel in een leelijke buurt. Een heele leelijke buurt, want wie van Ouida's helden zoû zoo barbaarsch kunnen zijn om te wonen in het nieuwe Quartiere Ludovisi, tusschen de banale hooge-huizen-straten, die eerst de vroegere Ludovisi-tuinen geruïneerd hebben en daarna eenige speculeerende Romeinsche bankiers. Ik schaam mij ook, dat ik er woon, maar voel me eenigszins gedekt door twee Russische dames, die hier ook wonen en wier eenige levensdoel is: verborgen en overkalkte fresco's van Andrea del Sarto op te speuren. De eene is weemoedig mooi, en ziet er uit alsof dat levensdoel ook maar een pis-aller is. Dan ben ik blij, dat ik uitzie op een palmboom, een stuk balustrade helaas, niet antiek van het Casino della Aurora, en op dat Casino zelve. Toch is dit Casino een onwrikbaar verwijt, dat altijd voor mijn oogen staat, een verwijt aan mijne luiheid, want er is een plafond te bewonderen van Guercino: de Dageraad, die het Casino zijn naam gaf. Maar die bewondering wordt alleen geduld vóor negen uur 's morgens, en te bewonderen vóor negen uur is mij altijd onmogelijk geweest! En nu kan ik zelfs niet verklaren, dat ik toch Guido Reni's veel meer beroemden Dageraad zag in het Palazzo Rospigliosi, want de prins is in Parijs en houdt dien Dageraad achter slot en grendel! Iets, dat mij zeer teleurstelt en mijne begrippen van logica verwart, want zoo ik de prins was, zoû ik juist mijn Dageraad publiek maken

Er zijn daar de Mediceïsche Venus, gevonden in de villa van Hadrianus bij Tivoli; een sater, die dol de pedalen trapt; een compacte groep van twee worstelaars; een Scyth, die zijn mes slijpt om Marsyas te villen... Van Rafaël het portret van Julius II, de Madonna del Cardellino, een jeugdige Johannes; van Titiaan twee liggende Venussen, geheel Venetiaansch van koloriet; van Dijk, Correggio, Veroneze; een prachtige Perugino; een meer gesculpteerde dan geschilderde H. Familie van Michelangelo; een zeer schoone Epifanie van Albert Dürer, het kind treffend door een heerlijk naïf gebaar, waarmeê het grabbelt in het juweelenkistje, dat een der oude koningen reikt; dan Guercino, Dominichino, Rubens en Fra Bartolomeo... Dat alles is te veel en te veel schitterend op elkaâr; het glanst er tegen elkaâr in; het is er geen muzeumzaal, maar een byouteriekist.