Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 oktober 2025


"Wij danken u," antwoordde Deodaat, na Reinout zijdelings te hebben aangezien: "het is reeds laat en wij moeten naar huis wandelen." "Is het anders niet," hernam Avlva, "wij hebben hier paarden genoeg om u te brengen waar gij zijn wilt." Ontvangt onzen groet." Bij het uitspreken dezer woorden boog hij zich, en ging met Deodaat de poort uit.

De freule beantwoordde zijn diepe buiging met een stijven groet, die hem op een allerakeligsten afstand hielden, voor zoo ver ik bemerken konde, kwam er in de weinige woorden die zij hem ten antwoord gaf, veel van mijnheer, maar niets van Van der Hoogen, noch van languisseeren of iets dergelijks.

"Ga toch en zing voor hem," werd er om haar heen gefluisterd. "Laat hem niet sterven, zonder een groet van zijn school. Denk er niet aan of je klein en onbeduidend ben. Denk aan allen, die achter je staan. Laat hem voelen, eer hij van ons heengaat, hoe nog allen hem liefhebben."

Op de brug stond een ridder met een valk op de hand; hij beantwoordde mijn groet op vriendelijke wijze en was mij bij het afstijgen behulpzaam. Daarop noodigde hij mij uit, hem te volgen.

Nog een laatste blik op den Wartburg, die ons, van zijne hooge rots, in kalme, rustige majesteit groet, en medelijdend schijnt neder te zien op ons ademloos voortjagen. En dan voort.

De koning wendde zijne schreden daarheen, ging de doodelijk verschrikte Brangwaine met een vriendelijken groet voorbij en trad den boomgaard binnen, weinig vermoedend, welk een vreeselijke aanblik hem daar wachtte.

Na de terugkomst der familie was hij niet in gebreke gebleven haar een verwelkom-visite te brengen, maar hoe.... hoe werd hij ontvangen!? Mijnheer was hem in de gang te gemoet gekomen, en had zijn vriendelijken groet niet beantwoord zooals hij dat voorheen zou gedaan hebben.

De herfsthemel, hoog-blauw, met ijle nevelwolkjes, spiegelde zich in 't gladglijdende water van de vaart, waar hier en daar 'n langzame schuit door ploegde, 'n bruine man aan 't roer, die eerst achterdochtig gluurde naar de eenzame wandelaarster, dan met 'n goeiig: "goe-mèrge" de stilte brak. En Go riep, hoogstemmig, den groet terug, en knikte. Ze voelde haar hart wijd worden van genot.

"En wij naar onze provincie!" zeiden de Augustijners. Dezen konden het niet zetten dat, door de schuld van een Franciskaan de gouverneur hen koel ontvangen had. In de wachtkamer ontmoetten ze Ibarra, hun gastheer van eenige uren te voren. Ze wisselden geen enkelen groet met hem, wel blikken die heel veel zeiden.

Ik groet u, Mijneheeren! en u ook, Pater! gij hebt mij waarschijnlijk geen bevelen te geven?" vroeg zij, dezen laatste met een trotschen, eenigszins verachtelijken blik aanziende.

Woord Van De Dag

gruwelen

Anderen Op Zoek