United States or Iceland ? Vote for the TOP Country of the Week !


28 maakten een gedruisch, hetwelk altijd wielt in die lucht zonder weersgesteldheid getint, gelijk het zand wielt, wanneer de wervelwind blaast. 31 En ik, wiens hoofd door verbijstering omgord was, zeide: "Meester, wat is dat hetwelk ik hoor? en welk volk is het dat zóó verwonnen schijnt in de pijn."

Volgens Faber broeden zij op IJsland slechts op één plaats, n.l. op de noordelijkste spits van het eilandje Grimsö. Ieder paartje zoekt diep onder de neergestorte steenklompen een geschikte plaats om te nestelen; men vindt in dit hol één wit, blauwachtig getint, zelden zwak roodachtig gevlekt ei van 50 mM. lengte en 35 mM. dikte.

Niet lyrisch getint, voorzoover het zijn persoon betreft, want zijn eigen persoon houdt hij altijd op den achtergrond, maar een pessimisme tegenover den mensch. Weg is de blijde strijdlust, die En Folkefiende kenmerkt; de leer van Vildanden is, dat het niet loont, voor de menschen een hooger levensopvatting te prediken. De man, die het in dit stuk doet, is een dwaas.

In kleur stemmen zij met hun omgeving overeen; de grondkleur is helder bruingeel, soms zuiver, soms groenachtig of roodachtig getint; de schaalvlekken wisselen af van licht tot donker violetgrijs, de overige vlekken van geelbruin tot roodbruin. Ook de Woestijnhoenderen hebben in den mensch hun ergsten vijand; want tegen de meeste roofdieren zijn zij beveiligd door hun snelle vlucht.

De zee kan zoo loodkleurig getint zijn; door de bries in beweging gebracht, en wit gekuifd lijken hare wateren zoo recht »wateren des doods". Heel anders 't rivierwater, inzonderheid 't Rijnwater, dat schier altijd als levend water schittert. Aan weerskanten sprongen de bergen als zwarte, natte reuzen in de invallende duisternis op.

Achter ons was boven het bosch de volle maan opgekomen en wierp haar koude licht over het mystieke landschap. Vóór ons, overweldigend groot, rees als loodrecht aan de grens van het zichtbare de Fuji-yama op, machtig in zijn alleen-heid, donkerblauw tegen den hemel, die nog zacht getint was door de ondergegane zon, als blozende onder hare laatste afscheidskussen.

Gedurende de avonden van den 16den en 17den Juli werd een zeer zonderling verschijnsel van avondschemerings-lichtstralen ontwaard. Wanneer de Albatros zich op hooge breedten bevonden had, zou men aan het verschijnen van noorderlicht hebben kunnen gelooven. De zon schoot bij haren ondergang veelkleurige stralen, waarvan sommige levendig groen getint waren.

Langs de bochten der rivier liggen de yourtes of tenten der nomaden verspreid, in zalige rust, en uit hun koepelvormige daken stijgt stil de rook naar boven. Links, tweehonderd werst van ons verwijderd, steken de Alexander-bergen, zacht lila getint, hun besneeuwde kruinen omhoog.