Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Hij haalt een geruiten zakdoek uit den zak, vouwt dien netjes op zijn knie glad en veegt daarmede tweemaal heel zachtmoedig onder zijn' krommen neus; daarop brengt hij zijne groote ronde snuifdoos te voorschijn en reikt ze mamsel Westphalen toe, terwijl hij vraagt: "Plait-il?"
Bombay kooplui loopen in geruiten zijden sarong en met goud geborduurd mutsje. Vrouwen vertoonen zich getooid met een fel-gekleurde bloem in de wrong van hun golvend blauw-zwart haar, en, in beide neusvleugels, een door en door gedreven wit-beenen of wit-houten stiftje, dat van verre al zonderling blinkt in het duister van het wel-besneden gezicht.
Met hare scherpe zwarte oogen, hare bloote magere armen, rood en dor als kreefteschalen, haar verbrand en gerimpeld gezicht, met een blauw geruiten doek over de witte muts en het stokje waarop de kreupele leunde, zag zij er werkelijk uit als eene tooverkol uit de sprookjes, die men in een vroegere eeuw zou verbrand hebben.
Rukken zij niet man en vrouw van elkander?" vervolgde zij, en begon te schreien, "al moest het hun ook het leven kosten? En voelen zij iets van dat alles drinken en rooken zij niet, en nemen zij het niet heel licht op? O, als de duivel hen niet krijgt, waar is hij dan goed voor?" En Tante Chloe bedekte haar gezicht met haar geruiten voorschoot, en begon in goeden ernst te snikken.
Verder droeg ik een zeer fantastisch kostuum in den vorm van een schilderachtig om mij heen geslagen, geruiten reisdeken, om het middel met een gordel van dik touw vast gemaakt, dat verder in trossen van zware knoopen naar beneden hing. Ik weet niet of Vrijdag ooit zoo getoiletteerd is geweest, maar Tieka vond alles prachtig, vooral mijn bruin gezicht en het ongemeene kapsel.
"Maar wie is die jonge mensch," vraagt gij, "met dien lagen, breedgeranden hoed, die wilde haren, dien dikken stok, dat heele korte jasje, dien wijden, geruiten pantalon?" Gij meent een schilder, een jong schilder.
Zijne vrouw was vijf of zes jaar jonger; zij had lange, blonde haren, die neerhingen op een wit en zwart geruiten doek, die zij omgeknoopt had. Hare oogen hadden geen uitdrukking en onverschilligheid of lusteloosheid lag zoowel op haar gelaat, dat vroeger schoon moest zijn geweest, als in hare houding.
Het dorpshoofd, dat ons te Badjoa opwachtte, een dikke jonge kerel, bijzonder kruiïg gekleed in een zwart jasje met blinkende knoopen en een rozerood-en-wit geruiten sarong, sierlijk opgewipt over zijn ter zijde uitstekenden kris, ried voor alle zekerheid den tocht over het slijk maar dadelijk te beginnen, en op zee het oogenblik af te wachten waarop de rookpluim der stoomboot aan den horizont opging.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek