United States or Nepal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Remoulade saus. 2 geraspte groote uijen, 3 hardgekookte en fijngewreven eijerdoijers, 8 theelepels mosterd, 4 spijslepels Genuaolie, 1 lepel suiker, ruim 2 m. azijn, peper en zout naar den smaak, benevens, naar verkiezing, 4 gehakte ansjovis, worden goed door elkaâr geroerd; dan door eene zeef gewreven, waarna men er kappers bijvoegt. Men geeft deze saus bij koud vleesch of kouden visch.

Men besmeere ze daarop met de onderstaande kruidensaus en legt er ansjovis op. Voor de saus neemt men 4 hardgekookte eierdoijers, zeer fijn gehakte dragon, pieterselie en pimpernel, ruim 1 m. bouillon, 2 lepels Genuaolie, 2 lepels wijnazijn, kappers, mosterd en peper; alles goed dooreengeroerd. Men kan ook het voorschrift in A, No. 15 gegeven, volgen.

De koude patrijzen worden in vieren gesneden; netjes op een schotel geschikt en de volgende saus er over gegoten: 3 of 4 lepels Genuaolie, 3 lepels gelei van kalfspooten, 2 lepels dragonazijn, zeer fijn gehakte chalotten en dragon wat peper en zout, worden te zamengeroerd, tot het eene dikke, gelijke saus is geworden. Hout- en watersnippen.

Eendvogels worden gebraden en warm aan stukken gesneden. Dan legt men ze in een schotel met den jus, benevens het sap van een citroen; de geraspte schil, 2 lepels rooden wijn, 1 lepel Genuaolie, wat peper, zout en notemuskaat.

Brood van ongebuilde tarwe. 1 1/2 p. meel, 1 k. melk, 5 lood gist, een paplepel zout en, des verkiezende, 4 eijeren. De melk wordt gewarmd, alles goed gekneed, op eene met meel niet te schraal bestrooide plank tot een brood gevormd, en dan in een blikken, goed met boter, of Genuaolie, besmeerden vorm geschoven. Bij goed onderhouden warmte is het brood in 2 uren gaar. Kadetjes.

Dan steekt men er over de lengte een houten pen door en legt het in de braadpan, waarin een weinig water wordt gegoten; men bedruipt het niet, zooals ander gebraad, maar bestrijkt het zeer dikwijls met spek, of met Genuaolie; ook wordt het eerst dan, als het lichtbruin en hard is, met wat zout bestrooid, daarna weder met spek bestreken, en als het gaar is, zonder jus opgedaan, met een citroen of china'sappel en een takje laurierbladen in den bek, dien men onder het braden heeft opengehouden door er een blokje hout in te steken.

Naar het zeggen van den arabischen schrijver Marmol dreef men er in de Middeleeuwen een levendigen handel met christelijke zeevaarders, voor wie de bewoners de tusschenpersonen waren met de negers uit den Soedan. De Venetianen kwamen er een kostbare soort wol halen en men sprak van de Misrataolie zooals nu van Genuaolie.

Wanneer men hem den volgenden dag op den schotel heeft omgekeerd, giet men de volgende saus er rondom: 1 pollepel room of 4 hardgekookte eijerdoijers roert men met 2 theelepels mosterd en wat suiker door elkaâr; dan voegt men er na elkander 4 spijslepels azijn, evenveel Genuaolie, wat fijngehakte dragon, peper, zout en hetgeen men van de gelei nog over heeft, bij.

Geraspte zure appelen, mosterd, Genuaolie, azijn, suiker en een weinig zout worden goed dooreengeroerd. Kruidenboter. Men neemt fijngehakte pieterselie, chalotten en kervel, te zamen een spijslepel vol, en vermengt dit met 1 o., 2 1/2 l. gesmolten boter, het sap van een citroen, wat zout, peper en notemuskaat. Deze saus geeft men voornamelijk bij biefstuk.

Genuaolie bij en, als die er goed is doorgemengd, zachtjes een kopje heldere jus of bouillon, en zoo veel azijn als men voor de verdunning noodig acht. De saus moet echter lijvig zijn. Men kan den smaak veranderen door er zeer fijn gehakte dragon en pieterselie door te roeren of ansjovis, bereid volgens A, No. 15. Haringsaus.