United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mevrouw de la Coena hing om zijn hals een zwarten steen tegen het vergif, zoo rond en zoo groot als eene hazelnoot, in een gouden ring gevat; Mevrouw de Chaussade bond aan een zijden draadje eene schelp, wolfsmuil geheeten, hangende op zijne maag, voor de goede spijsvertering; messire Van der Steen, uit Vlaanderen, bood hem een Gentsche worst, vijf ellebogen lang en een halven dik, en wenschte daarbij hoogstnederig aan Zijne Hoogheid, dat hij, alleen op den reuk van de worst, dorst mocht krijgen naar Gentschen klauwaard, daarbij voegende dat, al wie het bier eener stad lust, de brouwers niet kan haten; messire jonker Jacob Christoffel van Castilië bad Zijne Hoogheid den Infant een groenen jaspis aan zijn doorluchtige voetjes te willen dragen, opdat hij goed zou kunnen loopen.

Voor de Bourgondiërs kan het motief tot den moord op den hertog van Orleans slechts op één grond berusten: de koning heeft den hertog van Bourgondië verzocht, den echtbreuk der koningin met Orleans te wreken. De oorzaak van den grooten Gentschen opstand is voor het oordeel der tijdgenooten door een vormkwestie over een briefformulier geheel voldoende aangegeven.

De koning van Frankrijk was lang met den Gentschen gewerkmeester Arnold in samenspraak gebleven, en had met hem overwogen welke middelen men zou kunnen uitdenken om de Kerels, die nog op den toren waren, levend of dood in handen te krijgen, zonder tot dit einde een al te groot getal zijner ridders en wapenknechten te moeten opofferen.

Onder de menigvuldige boeken en handschriften, door wijlen GOETHALS-VERCRUYSSE aan de stad Kortrijk geschonken, vindt men den «Grooten Gentschen comptoir-almanach voor 1767De bezitter van dit boek teekende, op de witte deelen der bladzijden, allerhande gebeurtenissen aan, welke gedurende het genoemde jaar voorvielen.

"Ja, heer koning", was het antwoord, "De schepenen hebben eene woning als een paleis in gereedheid gebracht. Zij is niet verre van de Markt gelegen en men noemt ze sher Gherwijns Steen." "Het is wel, veldheer; heb de goedheid te bevelen dat men dezen namiddag den Gentschen gewerkmeester Arnold tot mij leide. Ik wil met hem spreken." Onder het uiten dezer laatste woorden was hij te paard gestegen.

Tusschen de Lei, de Groeningebeek en den Gentschen weg rees de abdij van Groeninge, gebouwd vóor 1268. Eén groote weg doorsneed de aangeduide vlakte: de Harelbeeksche straat, nu de Voorstraat en de Gentsche baan uitmakende. Hij had éene vertakking: de Lange-Merestraat, lhans de Molenstraat geheeten. De Oudenaardsche baan, verlegd in 1571, was de voortzetting der Merestraat.

Nog treurt het hopeloos Vlaanderen over de vroege opvaart zijner edelste zonen, nog zwoegt het weenend om den gedenksteen op het graf van den Gentschen zwaan te rollen, nog bloedt het uit zijne dubbele wonde ... en reeds bonst een nieuwe noodkreet uit zijne scheurende ingewanden over het neerslachtig vaderland!

Eenige schreden verder, tegen den Gentschen weg, staat, half verscholen in den gevel der huizen, het oude kapelleken van Groeninge, over weinige jaren versierd en voorzien van een toepasselijk opschrift: IN : T : JAER : ONS : HEREN : 1302 : OP : SENTE : BENEDICTUS : DACH : IN : HOYMAENT : WAS : DE : STRYT : TE : CURTRYCKE : ER : ZYN : DOOD : GEBLEVEN : OMTRENT : 21000 : MN : WAERONDER : 63 : HERTOGEN : GRAVEN : EN : 1800 : BAENDERHEREN : EN : EDELEN : R : I : P : *