United States or Kiribati ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij reed stapvoets langs de wereld, maaiende, alwaar het leven had gezaaid. Lees de oude kronieken over Hem. Bij honderdtallen verzamelden zich de menschen, mannen en vrouwen, om Hem te vermurwen: gezamenlijk vereenden ze zich ten gebed, ze geeselden zich en elkander.

Ik ontrukte op dat oogenblik aan den bezwijmden knecht de zweep, die hij nog in de hand hield geklemd en cirkelde met den langen geesel in de lucht, om mijn hoofd. Het was vreemd, maar ik geloofde nog niet aan heksen. Ik geloofde aan storm en aan vreeslijke stormvogels en aan reuzevleêrmuizen, zoo als ik er nimmer nog had aanschouwd, maar ik geloofde niet aan heksen. En ik poogde met mijn lange zweep de gedrochten mij van het lijf te houden. Ik voelde echter, dat ik dit niet lang zoû kunnen. Daarom wierp ik de zweep in den wagen en de afschuwelijke vleugels en vlerken sloegen mij om het hoofd, geeselden mij op hun beurt. Wat vermag echter een jonge, sterke man veél in de uiterste oogenblikken van bijna niet te begrijpen gevaar: wat een kracht hebben de goden den mensch in gegeven, kracht, die vertienvoudigd hem schijnt als een uiterste poging gedaan moet worden! Want ik, ik had de kracht mijn bezwijmden Davus op te tillen en hem in mijn mantel binnen in den wagen te werpen. De buffels, ook geslagen door de vlerken en vleugels, brulden van smart en wanhoop maar ik greep den voorste de leidsels en leidde hen in het rond om den driesprong heen. Ik voelde, dat ik óver den driesprong ter zij van het beeld, dat mij scheen te bewegen, te grijnzen, bezield te worden, in drie wezens zich te verdeelen! onmogelijk buffels en wagen zoû kunnen geleiden. Maar om den driesprong rond, even buiten den toovercirkel, die daar beschreven scheen, rukte ik de buffels voorwaarts, terwijl ik voelde, dat ik vooruit moest en niet achteruit den weg terug zoû kunnen gaan! O, hoe ik het betreurde niet ingewijd te zijn in de mysteriën van Eleuzis! D

In den Enscheder Esch van Joden en bronnenvergiftiging geen sprake van de boetegangers, die zichzelf en anderen geeselden, kan zelfs niet gerept worden. Een "Nederlandscher" sage dan deze zal moeielijk te vinden zijn, en in dezen zin neemt ze naast "Kabouterwraak" zeker een eervolle plaats in.

De monniken zeiden: "Spoedig kan het rijk van dezen tijd niet langer bestaan. Er moet een wereldherschepper komen zooals ten tijde van Augustus." Ze rukten hun haren uit en geeselden zich, want ze wisten, dat de wereldverlosser de Antichrist moest zijn, en dat het een rijk van geweld en kracht zou worden.