Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Zyne vederen zyn van eene fraaie kaneel-kleur, tusschen bruin en geel gemengd; maar aan de stuit is hy geheel en al van de laatstgemelde kleur. Eene kuif van kleine vederen, van dezelfde kleur als het lyf, bedekt hem den kop, zyn staart is lang en zwart, zyn bek recht, schraal, spits, en van eene zee-groene kleur.

Het zijn bloemen en kleuren, die aan je ooren rukken en rinkelen, die je het gelaat striemen, die je toegillen als krijschende, hel-oplachende vrouwen, die je aan je keel vatten en schreeuwen dat er heele velden zoo zijn, velden van purper en geel, blauw en wit, velden in het zonlicht, velden in de opene, frissche lucht, velden waar boomen zijn met aanpluimend groen, velden waar vogels het voorjaar, den zomer influiten.

Maar nu gebeurde het, terwijl de student insliep, dat een dwergje, met een geel leeren broek aan, een groen vest en een wit puntmutsje op het hoofd, op het dak voor het venster zat, en dacht, dat hij, als hij maar in de plaats van dien jongen student was, die daar in bed lag, al heel gelukkig zou zijn.

Anderen zaten met het hoofd tusschen de knieën, en snorkten luid, terwijl hunne spieren zich nu en dan samentrokken en geheel hun lichaam zich krampachtig bewoog. De opium-eter is dadelijk kenbaar aan zijn slordig voorkomen, zijne onzekere, vreesachtige bewegingen, zijn doffen, starenden blik, zijn vervallen geel gelaat, zijne ziekelijke onaandoenlijkheid.

De hoofdkleur is bij haar fraai roodachtig isabel, gaat op de wangen, in het aangezicht en op de vleugeldekveeren in helderder geel over en heeft op den rug een groenachtigen weerschijn.

Heb-je me daar pas niet door elkander geschud dat mij alles groen en geel voor de oogen werd?" "Heb ik dat gedaan? Ik?" "Welja, zeker heb-je dat gedaan! De sterrekens dansten me voor de oogen alsof het klaar nacht was. De scheepsbarbier mag straks mijn armen en schouders wel verbinden!" "Hoor, Kees, 't is waar, ik herinner me nu ook, dat ik je zoo even heen en weer geschud heb!

De uitgestrektheid der Suiker-Plantagiën, in deeze Volkplanting, is gewoonlyk van vyf of zes honderd akkers. De gedeelten, tot bebouwing geschikt, zyn in vierkante vakken verdeeld, alwaar men de stekken of uitspruitzels van het riet, aan welke men omtrent een voet lengte laat, in rechte en gelyke reijen, schuins in den grond steekt: men plant dezelve gewoonlyk in het regensaisoen, wanneer de grond vochtig en week is. Het duurt omtrent twaalf of zestien maanden, eer de spruiten, die uit de stekken uitbotten, tot haare volkomene rypheid geraken; wanneer zy daar toe gekomen zyn, worden ze geel, en haare grootte is ten naasten by die van een Duitsche fluit. Het Suikerriet groeit zes of tien voeten hoog: uit deszelfs afzetzels spruiten bladeren van een ligt groene kleur, hebbende de gedaante van die van een pry, maar veel langer en getand, en vallende op den grond af, wanneer de plant goed is om gesneden te worden. De voornaame zorg der slaven, geduurende dat het riet groeit, bestaat in het uitwieden van het onkruid, het welk anderzints de plant van haare kragt berooven zoude. Men telt op zommige Suiker-Plantagiën meer dan vier honderd slaven. De geldsommen, die 'er noodig zyn om dezelve te koopen, en de gebouwen te stichten, beloopen twintig

Terwijl Rodolphe sprak, was de huisheer tegelijk rood, groen, geel en wit geworden, en bij iedere nieuwe spotternij van zijn huurder nam deze regenboog der woede op zijn gelaat een meer intensieve kleur aan. "Mijnheer," antwoordde hij ten slotte, "ik houd er niet van voor den gek gehouden te worden. Ik heb lang genoeg gewacht.

Dikwijls dwaalde zijn oog onrustig over het geel geworden perkament, waarop het levende woord Gods geschreven stond, en ofschoon zijn kinderlijk deemoedig hart zich onderwierp en smartelijk uitriep: "Ik geloof, Heer, sta mij bij in mijn ongeloof!" zoo toch omzweefden hem dikwijls hoonend de scheppingen van zijn onrustigen geest en de pijnigende gestalten van den verderfelijken twijfel, die zijn ziel tot het tooneel van een smartelijke worsteling maakten.

De Bananen-boom is een zoort van plant van dien aart; hy verschilt alleenlyk van den Plantain-boom daar in, dat zyne vrucht meer eirond, en minder groot is, en dat men dezelve nooit eet, dan wanneer ze geel en volkomen ryp is.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek