United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meer dan de helft van alle door Duitschers gedichte liederen, bevatten eene verheerlijking der natuur, zijn lente- herfst- of winterliederen, nacht-, morgen- of avondliederen, en bezingen op honderdvoudige wijze den wind, de zee, de rozen, de viooltjes, de vogelen en alles, waarin slechts de wereldziel ademt, geurt, suist of ruischt.

Van de 12de tot de 14de eeuw hadden tal van Fransche trouvères, meerendeels klerken, uit Normandië en Champagne, maar vooral uit Picardië en Fransch-Vlaanderen, met liefde deze verhalen behandeld, zooals zij zich die herinnerden uit de klassieke fabelbundels, uit de in kloosters gedichte Latijnsche verhalen als Ecbasis Captivi, Sacerdos et Lupus, Gallus et Vulpes, of uit de mondelinge overlevering.

Het is zeer wel mogelijk dat WILLEM onderscheidene, door trouvère's gedichte, verhalen van Renart heeft gekend, maar toch waarschijnlijk niet met eene volledigheid die slechts door hedendaagsche critische uitgaven bereikt wordt. Daarom zal men veiligst gaan door de mondelinge overlevering ook hier niet uit het oog te verliezen.

Een nauwkeurig onderzoek van de taal zou de vraag heel wat verder kunnen brengen. Opmerkelijk is voorts, dat ook CHAUCER eene proza-bewerking gaf van The tale of Melibeus. Staat deze bewerking in verband tot het Mnl. gedicht? Uitgeg. in KAUSLER'S Altniederl. Gedichte, II, 14 vlgg. Vgl. o.a. vs. 210 vlgg.; 482 vlgg.; 522 vlgg. Nieuwe uitgaaf van Dr. W.H.D. SURINGAR. Leiden. Gebr.

In den proloog van Sinte Lutgarts Leven lezen wij: Mar wonder hevet mi van desen Warumme si so gerne lesen Van ouden sagen dat gedichte, Ende oc geloeven also lichte Din logeneren die se tellen . En aan het slot van het Tweede Boek spoort hij ieder die hem niet gelooft aan: Dat hi die vite van der maget ... Of selve lese, ochte imene el Hem lesen doe .

In 1634 werden de straatsteenen door de Staten bij openbare veiling verkocht voor 1081 gulden, welk bedrag onder de schuldeischers bij preferentie verdeeld werd. Daarmede was de eens zoo roemrijke stad, waarvan Hofferus in het op haar in 't Latijn gedichte grafschrift zeide: "In haar gaf eens de vorst, tot hoog bestier ontboden Van 't vrije recht, aan 't volk zijn woord van trouw en eer",