Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 november 2025
Niet verre van daar, in het zoogenaamde Heidendal, ligt ook nog de hertenbron, een schilderachtige waterkom, waar, rustig en eenzaam, het statig geboomte zich weêrzijds van den rand en uit de diepte verheft, en den vlakken spiegel met een verheven lommer dekt.
Achter het open, zonnige plein, waarop deze straat uitkwam, zag ik gelukkig donker geboomte schemeren, en langs een fraaie, maar moderne fontein kwam ik dan ook spoedig in het Alameda, een bosch van boomen, waarnaast de hooge bogen der kathedraal van Sevilla zouden verzinken in het niet.
Een beek, die ten oosten langs het dorp vloeit, biedt eene uitmuntende gelegenheid aan om een bad te nemen. De oevers zijn geheel bezet met zwaar geboomte, waarvan de overhangende takken boven het heldere murmelende water een dicht gewelf vormen, waardoor de zonnestralen zich niet dan met moeite een weg kunnen banen.
Vooral bij een stoombootvaart op den Rijn, levert het wit gepleisterde huis met zijn fraai uitgebouwde serre aan de zuidzijde zooals het daar in de hoogte telkens achter het geboomte wegschuilt een recht vriendelijk pittoresken aanblik op.
Zij werd doornat en beefde van koude. En met schrik zag zij, dat de duisternis snel toenam en dat zij gedwongen zou zijn, den nacht onder den blooten hemel te moeten doorbrengen. Een vreeselijke gedachte voor de arme Prascovia. De wind loeide door het geboomte en deed haar huiveren van koude en angst. Hare kleeren waren doorweekt van den regen en de honger kwelde haar.
Nog vinden de exploratie-detachementen die de groote rivieren opgaan, in hun nestelplaatsen troepen van zulke wezens zitten, die bouwen in het geboomte. Anderen waren gelukkiger, zij sloegen de vijanden af, of werden bondgenooten met hen. Zij hielpen hen slavenhalen, zij gingen het bosch in en schoten Paradijsvogels, die zij den vreemdelingen verkochten.
Recht vooruit, tegen den al feller wordenden zonneglans in, dommelt tusschen nevelig-groen geboomte met spitse donkere daken Makassar. Ontelbare visschersprauwen liggen op de ree, blinkende met hun vierkante schuins gestelde zeilen, die wachten op den wind. Reusachtig daartusschen steken groote stoomschepen op. Verscheiden liggen er al gemeerd aan de kade, een Engelsche stoomer naast een Chinees.
Wij moesten dan ook in zee, op vrij grooten afstand van den wal, het anker uitwerpen. Het stedeke ziet er vroolijk en netjes uit met zijn witte huizen met gekleurde zonneblinden, zijn kerken en vele torens. Tegen den heuvel, achter de stad, ligt, te midden van geboomte, een groot klooster, waarvan de lange, op bogen rustende galerij naar zee is gekeerd.
Ik dacht op Tubuaï eene fransche nederzetting te vinden en een aardig dorpje, schilderachtig onder het geboomte genesteld, als op Rurutu. Welk eene teleurstelling. Het eiland telt nog slechts driehonderd-veertig inwoners, en het voornaamste dorp, eene verzameling van eenige armzalige hutten, ziet er vuil en ellendig uit.
Boomen ontbreken geheel in dit eentonig landschap, slechts door enkele heuvelreeksen afgewisseld: nergens is een enkele stam, nergens zelfs kreupelhout te zien, dat eenige bescherming tegen de zonnestralen zou kunnen verleenen. Even zeldzaam als het geboomte zijn de gehuchten en alleen staande woningen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek