United States or Hong Kong ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij zullen elkander wel nader spreken," riep hij uit, holde, met zijn mes links en rechts zwaaiende, tusschen twee rafters door, en vloog, als een pijl uit den boog, de open grasvlakte over op het geboomte aan. Deze vlucht van den man, dien men voor zeer goed geboeid had gehouden, kwam, voor al de aanwezigen op twee na, zoo onverwacht, dat zij als aan den grond genageld stonden van verbazing.

Een week of wat geleden waren we op "Klein Scheveningen"; wij stonden met ons drieën op een grooten rotsblok aan 't strand naar het woeste golvenspel te kijken. Zóó geboeid waren we door dat ontzagwekkend schouwspel, dat wij niet eens zagen, hoe meer en meer die aanrollende reuzengolven onze rots naderden.

Buiten gekomen werd hij opgevangen door de anderen, geboeid en naar de woning van den veldwachter geduwd, waar men hem voor 't overige van den nacht in een gevangenhok opsloot. Onderwijl werden de overigen met de blanke sabel de straat opgejaagd. Alleen dominee Scholte viel de onderscheiding tebeurt, dat zes mannen hem aangrepen en met duwen en slagen naar buiten sleepten en op straat zetten.

Ik begaf my vervolgens naar de Plantagie 's Gravenhage, alwaar ik eenen jongen mulat, DOUGLAS genaamd, ontmoette, die geboeid was, en ik herinnerde my met aandoening, dat zyn ongelukkige vader voor deszelfs dood hem van de slavernye niet hadde kunnen bevryden.

"Red me" aldus smeekte ze, "een draak bewaakt mij, en eeuwig zal ik geboeid blijven, als ik niet verlost word." Het was hem, of hij uit een droom ontwaakte. Reeds wilde hij zijn stem doen klinken, en haar vragen, waar zich de draak ophield. Hij gevoelde met blijdschap, dat hij moedig was. Hij zou in staat zijn, den draak te overwinnen.

Ik voelde mij dus, wat de gevangenen betrof, volkomen gerustgesteld, en dacht inderdaad niet, dat men hen alleen geboeid had, omdat men verwachtte dat ik naar hen zou komen kijken. Van hier begaf ik mij naar den Konak waar wij ons eindelijk aan den avondmaaltijd zetten. Wij zaten weer in hetzelfde vertrek als dien middag, bijeen.

"De gearresteerde persoon, J. F. C. Brandt, geboortig uit het vorstendom Lippe, welke, drie jaren te Amsterdam gewoond hebbende, nu, met eenen behoorlijken reispas voorzien, in ons vaderland eenigen tijd zich ophield, om afscheid van zijne familie te nemen, werd Maandagmiddag, op last van den burgemeester, geboeid onder geleide van den dienaar en gewapende militairen naar Loenen getransporteerd en aldaar insgelijks in een hok opgesloten.

Wat gij voor mij en Barine wilt doen, geeft u het recht, mij uw leven lang al het kwaad aan te doen en te hooren te geven, wat gij maar wilt. Bezorgdheid voor haar zou mij heden avond, als het ernst geworden was met onze poging tot ontvluchten, zeer zeker aan dit huis en deze stad geboeid hebben gehouden, want zonder haar heeft het leven nu geen waarde meer voor mij.

Zij hielden mij vast, gaven mij een goed getelde honderd op den rug en nu brengen ze mij naar de galeien, om mij daar drie jaren lang vrij kost en logies te geven." "En waarom zijt gij geboeid, vriend?" vroeg Don Quichot aan den tweeden uit den troep. "Omdat ik een paar schapen heb gestolen en stom genoeg was schuld te bekennen.

De man, die door zijn licht ontvlambaar hart vroeger van de eene liefde op de andere overgegaan was, was nu door de Koningin met onverbreekbare ketenen geboeid, en bij haar vergeleken was Barine enkel een kunstwerk, dat leven en een liefelijke stem had gekregen. Toch had hij haar te danken voor eenige aangename uren, en in zulk een geval wilde hij altijd geschenken geven.