Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Zijne wenkbrauwen trilden even, als in een frons, een rimpel van ontevredenheid, éven maar. Want hij lachte Eve toe en sprak: Bertie zal je goed kunnen helpen: hij heeft veel meer smaak dan ik ... En het was hem of zijne woorden ondanks hemzelven van zijne lippen vielen, of hij iets anders had willen zeggen dan die vleierij en niet gekund had.
Veilig zijn zij: Want wen het Recht verwint zal 't meelij reegnen, Geen straf, op 't onrecht dat het leed, en dat Te over geboet werd door wie dwalen, 'k Wacht, Dus duldende, 't vergelding-brengende uur, Dat sinds wij spraken zelfs iets nader kwam. Maar luister, de Helhonden razen. Vrees Uitstel! want zie! de hemel donkert onder Uws Vaders frons!
Deze optocht, die dagelijks als eene sombere frons het anders levendige gelaat der stad rimpelt, heeft ook daar geen spoor meer achtergelaten, en in de werkzame, levendige stad ziet de terugkeerende stoet er als iets vreemds, iets onbegrijpelijks, iets bespottelijks uit. Wij zijn de stad straks uitgegaan en den landweg op, en dezen volgende komen wij in een dorp.
De God, met den machtigen frons van scheppingsgedachte, die troont op zijn voorhoofd, met de oogen, die vèr zien door het opdoemende heelal, en die, terwijl zijn engelen zich dringen tegen hem aan en zich verschuilen in zijn opblazenden mantel en zich dekken de oogen voor het licht, dat geboren wordt de machtige armen uitzwaait en met den vinger de zon haar punt wijst hier en de maan hare baan, daarginds...
Waar 't zoo met schoon, ik eigende uw gelaat, Mijn oog stal uwen blik, mijn oor verslond Uw zoet geluid en leerde 't aan mijn mond. Waar' de aarde mijn, ik koos Demetrius uit, En liet dan gaarne aan u de rest ten buit. O, leer me uw blik; o zeg, wat tooverkracht Schonk op zijn harteklop u zulk een macht? HERMIA. Ik frons het voorhoofd, toch zoekt hij mijn gunst.
"Magdalena!" zeide op een bestraffenden toon de Jonkvrouw, die hoewel de geestigheden van den Gelderschman zeer ongepast oordeelende, het evenmin goedkeurde, dat haar kamenier zich in 't gesprek mengde: "het wordt u immers niet gevraagd!" "Foei! foei! mijn waarde Freule!" riep Elbert: "frons dat lieve voorhoofdje zoo niet en trek die wenkbrauwen wat minder te zamen.
Haar tint was vaal, en hare trekken waren, hoewel niet grof, zonder schoonheid, en van nature onbewogen, doch een gelukkig toeval had gewild, dat de strenge frons van haar voorhoofd haar gelaat vrijwaarde voor de blaam van volkomen onbeduidendheid, door het krachtig te stempelen met het merk van boosaardigheid en trots.
Dat geloof ik ook Harry, maar, naar je verdeeling, schijn ik dus maar een kennis te zijn. Mijn beste oude jongen, je bent veel meer dan een kennis. En minder dan een vriend; een soort broêr, denk ik. O broêrs, ik geef niets om broêrs; mijn oudste broêr wil niet dood gaan, en mijn jongere broêrs doen niet anders. Harry! riep Hallward met een frons uit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek