Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Erasmus van Rotterdam, had reeds lang vóór Luther's optreden in Duitschland zich tegen het bederf der geestelijkheid aangekant en de behoefte aan eene hervorming der kerk openlijk uitgesproken.
Het was bij hun gevierde auteurs. Vooral het neo-stoicisme trok velen aan; en werkelijk veel schoons en waars was hier te vinden. Wij vinden het neo-stoicisme in meer of minder oorspronkelijkheid bij Erasmus en Coornhert bij Melanchton en Lipsius. Met dezen nu ging ook de Groot mede. #Grotius en de romeinsche Stoa.#
Ook zijne "Paraphrasen" op het N. Test. maken de beschuldiging van ketterij verklaarbaar, evenals allerlei beweringen, in de "Samenspraken" den daar optredenden personen in den mond gelegd. Hiervan kon Erasmus gemakkelijk verklaren, dat niet hij, maar de daar sprekend ingevoerde personen de verdedigers waren van afwijkende gevoelens.
"Tracht, o! vrouwen, door zachtheid, wijsheid, beleid, niet door vinnigheid en boosheid uw mannen te verbeteren," dat is de leer hier door Erasmus verkondigd. Een blik wordt hier gegeven in 't burgerlijke leven dier dagen met zijn ruwe zeden en gewoonten, eigenaardig zeker in vergelijking met die van onzen tijd.
De Prins kon Erasmus zelf niet danken voor zijn welkomstgroet, evenmin als deze den keizerszoon den volgenden morgen in zijn nederige woning kon rondleiden, toen Philips na de godsdienstoefening in de St. Laurenskerk te hebben bijgewoond, een gang deed naar het geboortehuis van Erasmus en dit woninkje bezichtigde.
Hij kon zijn werk verrigten zoo maar zijn bed en zijn disch gespreid waren, en de beschermers niet onbescheiden veel offers van zijne vrijheid vergden. Erasmus in geenen deele.
"Eindelijk," meldt Erasmus aan lord William, "eindelijk ben ik hier behouden aangekomen, ik mag zeggen in spijt der vereenigde magten van hemel en hel. Welk eene verschrikkelijke reis! Spreek niet van Hercules of Ulysses: voortaan acht ik beiden als kinderen. Iuno, den dichters steeds ongezind, verklaarde mij den oorlog.
Luther, de ruwe volksman, was hem antipathiek. In een zijner brieven laat hij zich aldus uit: "Ik zou gaarne een martelaar voor Christus willen zijn, als hij mij de kracht wilde geven, maar ik ben niet van zins een martelaar voor Luther te zijn." Voor geloofsheld was Erasmus niet geschapen. Hij was trouwens meer een man van smaak dan van gemoed.
Eén ding scheen onzen Erasmus, wiens maag zeer gevoelig was, zeer slecht te bevallen, en wel de kost, die hem daar werd voorgezet . Maar verder gevoelde hij zich thuis en genoot in deze omgeving, terwijl hij ook zelf zijn aandeel leverde in den arbeid, in dit centrum van intellectueel leven verricht . Doch niet tot Bologna en Venetië beperkte zich Erasmus' verblijf.
Even weinig als voor de impressie der schoonheid van de kunst schijnt hij vatbaar geweest voor de grootsche, huiveringwekkende schoonheid van de Alpen. Intusschen, hiermede zijn wij reeds gekomen aan wat een keerpunt zou worden in Erasmus' leven: zijn vertrek uit Italië, dat hij had liefgekregen en dat voor zijn' geest van groote beteekenis was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek