Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
De jonge Gwyde omhelsde zijn broeder Robrecht, en weende tegen zijn borst met droeve snikken. "Doemnis!" zuchtte hij. "Daar ligt nu het kind van de Leeuw!" De geneesheer wenkte de ridders naar de ingang, en bracht hen buiten de zaal; dan sprak hij: "De Jonkvrouw heeft haar zinnen terug, maar zij is zo zwak, zo afgemat!
"Ik wel," antwoordde Breydel. "De balsem die mij genezen kan, is mij bekend; maar de macht ontbreekt mij. O mijn arme moeder! Zij hebben hun handen in uw bloed gedoopt, omdat uw zoon een Vlaming is en die zoon, o doemnis! die zoon kan u niet wreken!"
Gewis hebt gij aan dit alles ook wel eens gedacht, maar in uw manlijke drift springt gij over de hinderpalen, zonder dezelve uit de weg te ruimen. Iets van hoger belang is u ontgaan: gelief mij op deze vraag te antwoorden. Wie gaf ons de macht om te moorden en te branden? Wie heeft deze daden, welke op aarde met de dood en bij God met doemnis gestraft worden, in ons heilig gemaakt?"
Hij nam de hand van Deconinck, bracht dezelve tegen zijn hart, en sprak: "Gij alleen, o vriend, kent mij; gij alleen kunt mijn ziel raken en troosten." "Maar meester Jan," hernam Deconinck, "mijn bezoek heeft een ander doel; gij weet dat wij beloofd hebben de jonge Machteld te bewaren?" "O doemnis!" riep Breydel met onstuimigheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek