Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
In den jaare 797 vielen de Deenen met eenige schepen uit Jutland in de Lauwers, daar zy 't zeer verwoesten en afbranden: doch die van Staveren, Ezonstad en Dokkum rusteden ook een groote vloot uit, waar mede zy naar Jutland voeren, en haalden mede van daar eenen grooten roof.
Nog komt bij zoodanige beoefening ook het IJslandsch in aanmerking, ik bedoel die Skandinavische taal, die onder de algemeene benaming van Danske tonge, de taal was van die volkeren van het noorden, Deenen en Noormannen, welke, door hunne veelvuldige strooptogten, en somtijds langdurige overheersching, op de kustlanden der Friezen eenen zoo gewigtigen invloed oefenden, en te diepe indrukken achterlieten, dan dat men niet ook in de taal de sporen daarvan zou mogen opmerken . En zoo volgt dan uit het gesprokene, M. H.! dat deze historische taalbeoefening, door ons opwaarts tot onze taalverwanten te voeren, tevens eene etymologisch- of analogisch-vergelijkende taalstudie met zich brengt.
Voorheen zag men hier dan ook een groote menigte van onze Vaderlandsche varensgasten; thans zijn het meestal Amerikanen, Deenen, Zweden, en Pruisschen. De schepen die 'er in menigte op stroom lagen, voerden ook die vlaggen, en waren daar mede, wijl het Zondag was, bijzonder opgesierd.
Deze slaavernye der Friesen by Karel den Groote vernomen zynde, zo verzamelde hy zeer spoedig uit alle omleggende landen veel krygsvolk byeen: doch, voor hy noch in aantocht was, wierden hem andere zwaarigheden geboodschapt; als de dood van zyn zoon Pipyn; gezanten van Constantinopolen en Corsica; behalven een gerucht, dat de Deenen weder naar hun land waren vertrokken, om dat hunne Koning, door gemaakte verbintenissen, om 't leeven was gebragt.
Wij besluiten het algemeen overzigt van deze togten der Noormannen met de volgende lofspraak op de dapperheid der Friezen in dien strijd, van den dichter Mr. J. VAN LENNEP : De Roem van twintig eeuwen, 1831. Nooren, Finnen, fiere Deenen, Die hun overmacht vereenen, Landen op de Friesche kust.
En van de Deenen afgekeert, quamen ze over de Elve, neemende hun zitplaats aan beide de zyden van de Weezer; en wierden van dien tyd af Oostfaalingen, nu Oosterlingen en Westfaalingen, geheeten. Van welke 1500 dachten in Friesland te vallen: maar wanneer zy zagen, dat de Friesen aan de andere zyde van de Eems goede beschansingen hadden, derfden zy niet onderneemen om over te komen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek