Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Het kanaal tusschen Timsah en de Middellandsche zee wordt gewoonlijk in twee panden of afdeelingen verdeeld: de eene doorloopt een rotsachtig en woest terrein, de andere gaat midden door het meer Menzaleh. De toch op het eerste pand, waartoe eene geheele dagreis vereischt wordt, wordt in een vaartuig afgelegd, door kameelen getrokken.

De eerste dagreis brengt ons te Mahmoed, een vesting, even hoog gelegen als de vorige. Het zigzagpad, dat er heen leidt, is zoo steil, dat de kameelen kermen en ten slotte uitgeput stilstaan. Wij moesten ze ontladen en de pakken één voor één naar boven dragen. Ik moest mijn met spijkers beslagen schoenen uittrekken, want de geringste glijpartij zou mij op een leelijken val zijn te staan gekomen.

Des avonds kampeeren wij te Pascana di Puentecito. Den volgenden morgen, in het begin van de twaalfde dagreis, krijgen wij den Cochisberg in het gezicht, die omtrent 1000 M. hoog is, en door schilderachtige spitsen en valleien omringd.

In een dagreis, per muilezel, van La Paz naar het binnenland, bereikt men de Yungas, de streek, waar de beste koffie wordt verbouwd door Indianen, met de haren in een staart gevlochten als Chinezen, en in zeer primitieve kleederdracht, typen, die men wel eens in de straten van La Paz ontmoet.

Het was al bijna morgen; we hadden geen minuut geslapen, en daar was al gauw het uur van opstaan, want we hadden een lange dagreis vóór ons. De dag van den elfden Mei brak aan. De bergpas zag er somber uit. We moesten meer dan een uur op den koetsier en de paarden wachten. Het landschap vertoonde geen bloemen en water en bosschen meer; het waren nu alles rotsen en steenen.

Hij bericht mij, dat hij op 24° breedte gedurende ééne dagreis met de ossenwagens, zonder zich ver naar links of naar rechts te begeven, tusschen de 100 en 150 rhinocerossen zag, welke tot drie soorten behoorden. Denzelfden dag zag hij verscheidene kudden giraffen, te zamen ongeveer een honderdtal; en ofschoon geen oliphant gezien werd, waren zij toch in dat district te vinden.

Verder bleek dat de Carangas en de Suchimanis sedert langen tijd deze streek verlaten hadden; en dat de plaats, waar de oude stad gestaan had, niet meer dan een dagreis verwijderd was. De verzoeking om deze eenmaal zoo beroemde plek te gaan zien, was mij te sterk; ook de kolonel en de Bolivianen namen met deze geringe afwijking van onzen weg genoegen.

Van de lange dagreis vermoeid of van den geweddigen stormloop afgemat, hadden allen zoo goed mogelijk eene plaats gezocht om te rusten, en nu sluimerden ridders en wapenlieden den eersten, loomen slaap, alhoewel het slechts negen uren in den avond kon zijn.

Ik vond te Koetsjan een brief van den engelschen consul-generaal te Mesjed, den heer Elias, die zoo vriendelijk was, mij te melden, dat hij mij op een dagreis afstands van de stad een sowar en twee paarden had tegemoet gezonden. Wij namen een wagen, om ons met onze bagage naar de stad te brengen. Het land was vruchtbaar maar eentonig. Door de strenge vorst was de weg hard en vlak.

Onze paarden en lastdieren waren uitgeput van vermoeienis, en ook de agoyaten waren alles behalve in hun schik over eene zoo lange dagreis. Eindelijk bereikten wij eene laatste hoogte, van waar wij de vlakte en de zee konden overzien.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek