Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
En Civo, de eenvoudige, rondborstige knaap, verhaalde den Sultan eerlijk ten aanhoore van het geheele hof, hoe de kreeften de kostbare spiegels uit de zee hadden opgehaald. Natuurlijk waren de Sultan en het geheele hof zeer verwonderd over Civo's verhaal. De Sultan zeide: Hoor Civo, uw verhaal heeft ons zeer verwonderd, want wat gij vertelt, is nog nooit gehoord.
Hij nam dus den kreeft op en bracht hem te water. Maar nauwlijks had deze zijn element bereikt, of hij kroop tegen oever den op, en tot vóór de voeten van zijn redder en weldoener komende, zeide de kreeft: Civo, ge hebt een goed hart, ge zijt een goed mensch. Want 't was toen nog in den tijd, dat de beesten spreken konden, zeide Selam met den grootsten ernst tegen zijne toehoorders.
En den anderen dag reed Civo met geschenken overladen naar zijne woonplaats; hij kocht zich een huis, hield groote kudden en bezat weldra uitgestrekte velden. En vóór zijn huis prijkte, in marmer uitgehouwen, een reusachtige kreeft ter herinnering aan zijn geluk. Ziedaar, aldus eindigde Selam, waarom nog zeer langen tijd daarna de kreeften door het volk werden beschermd. Doch thans is dit anders.
Hij zag de witte zeilen der aan den horizont voorbijsnellende schepen, en de wolken, die door de ondergaande zon met gouden randen werden omgezoomd. Doch buiten dit alles zag of bemerkte hij niets. Echter werd Civo niet ongeduldig, hij wachtte.
Dat hij er nu en dan eentje nam om op te peuzelen was eene andere zaak; Civo moest leven en kreeg niet altijd genoegzaam eten van zijn meester. Civo dan liep naar den kreeft, nam hem voorzichtig op en bekeek hem. Het dier was zwaar verwond, twee van zijne pooten hingen er om zoo te zeggen bij, en de anderen waren ook beschadigd.
Hoewel Civo nu geen oogenblik twijfelde aan de macht der kreeften om het begeerde te kunnen doen, twijfelde hij evenwel zeer aan hunnen wil, want die reis was geene kleinigheid. Doch de wenschen van den Sultan kon hij niet weerstreven en er zat dus niets anders op dan het te beproeven.
Civo zette zich neder en de kreeft, aan het hoofd van zijne geheele bende voor hem staande, begon aldus: De sultan van Fez heeft een groot paleis laten bouwen, dat in fraaiheid van versiering uitsteekt boven al wat er van dien aard in het land bestaat.
Aarzelend deed Civo verslag van zijn wedervaren, doch wie beschrijft zijne verwondering, toen hij aan het einde zijner rede gekomen den kreeft op verheugden toon hoorde uitroepen: O, wees gerust, Civo! gij brenger van zoo gezegend nieuws.
Zoo lag hij ongeveer een uur in de zon te blakeren, doch Civo was een te gehard bergbewoner om zich voor de zon te verschuilen. Hij keek naar het strand, dat bezaaid was met tallooze schelpdieren en andere vreemde voorwerpen. Hij luisterde naar het geraas der branding, die op de klippen brak, en naar het zachte schuren van de aanrollende golvenrijen over het strand.
Des avonds in zijne hut aangekomen, begaf Civo zich den anderen morgen naar de grot om te zien of zijn schat er nog was. Tot zijne groote geruststelling was alles nog onaangeroerd en het hoog opgeschoten onkruid verborg de opening geheel. Na eenigen tijd gewacht te hebben, kwam zijn vriend, de kreeft, hem opzoeken om den uitslag van zijne zending te vernemen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek