Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Wij komen te Château-Belair. Er is geen hôtel, maar toch een woning voor vreemdelingen, een rest-house, als de Engelschen zeggen. Het ziet er zeer zindelijk uit en dient tot verblijfplaats voor de weinige vreemdelingen, die aankomen, alsook tot politiebureau, post- en telegraafkantoor.

Niet ver van Château-Belair hebben enkele boomen op ééne zijde de takken afgestaan tot op den stam, terwijl aan den anderen kant de takken nog groene bladeren dragen, 't leven aan den eenen, de dood aan den anderen kant. Wat mij ten zeerste heeft verwonderd, is dat de engelsche regeering tot nu toe nog niet het besluit genomen heeft, op 't eiland Sint-Vincent een observatiepost te vestigen.

Wat de hoeveelheid asch betreft, op 't eiland Sint-Vincent gevallen, die is veel grooter dan de massa, die het noorden van Martinique heeft bedekt. Ik zal er later iets van zeggen bij het bezoek aan de omstreken van Château-Belair.

Château-Belair, dat gespaard was bij de uitbarsting van 7 Mei, daar die haar uitwerking had doen gevoelen drie kilometer meer naar het Noorden, is minder gelukkig geweest een veertien dagen later. Een regen van gloeiende brokken en steenen heeft alle daken vernield, maar ze waren bij mijn bezoek al voor het meerendeel vernieuwd. Er zijn geen dooden gevallen, wel werden velen gewond.

Buiten Château-Belair op de westkust en Georgetown op de oostkust, heeft het eiland enkel nog een paar kleine dorpjes; de totale bevolking blijft nog een weinig beneden vijftig duizend zielen.

Om in het verwoeste gebied te komen, zal ik mij in een boot naar de westkust hebben te begeven tot Château-Belair, en later per rijtuig moeten gaan naar Georgetown op de oostkust, waarbij ik het eiland op het breedste gedeelte doortrek, van de kust die onder den wind is tot de windkust toe.

Een ambtenaar uit Kingstown, die reeds meermalen de verwoeste streek heeft bezocht en die bijna het slachtoffer van een uitbarsting was geworden bij een tocht in de omstreken van Château-Belair, besluit mij te vergezellen. Zijn gezelschap is mij des te nuttiger en aangenamer, daar hij mij veel inlichtingen kan geven en de streek, die wij gaan bereizen, ter dege kent.

Er is daar evenmin een hôtel als te Château-Belair; maar wel een resthouse, waar ik het tamelijk goed zou hebben gehad, als mijn reisgezel, bevriend met een inwoner van Kingstown, niet gevraagd had, of wij de villa mochten betrekken, die deze heer aan zee hier bezit.

Mijn metgezellen zijn al lang weggegaan met een zak op den schouder en den met ijzer beslagen stok in de hand. Ik bereik weer het strand, en mijn roeiers krijgen, nadat ze mij naar Château-Belair hebben teruggebracht, de opdracht, naar de baai terug te keeren en de terugkomst van de bergbestijgers af te wachten.

Ik heb een aanbevelend schrijven voor een planter, tijdelijk gevestigd dichtbij Château-Belair, wiens bezitting voor een deel verwoest is geworden bij de ramp van 7 Mei. Die vriendelijke eigenaar, de heer Macdonald, dezelfde die den heer Hovey vergezelde bij diens eerste bestijging van den Soufrière, is zoo goed met mij een rit te paard te doen ten noorden van het dorp.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek