Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Welke ook de beweegreden van zyne schielyke verandering ten mynen opzigte moge geweest zyn, het is my genoeg te zeggen, dat 'er toen geene twee betere vrienden waren, dan de Colonel FOURGEOUD, en de Capitain STEDMAN.
De jonge lieden, tot zyne wooning behoorende, maken dezelve, ook staande dat de kastyding wordt uitgeoeffend; en vermits elke Capitain niet meer dan drie slagen geeft, heeft men zeer veele roeden noodig, wanneer het getal van die Capitains groot is. Indien hy dit zes weken lang doorstaat, beproeft men hem nog: op eene andere wyze.
De Capitain verhaalde ons, dat een arme soldaat van 's Compagnies krygsvolk, ter dood veroordeeld zynde, vergiffenis van hem ontfing, op het oogenblik, dat hy op de kniën lag om doodgeschoten te worden, en dat de ontsteltenis, die hem zulks veroorzaakte, hem het verstand deed verliezen.
Den 23sten, zynde den dag, welken ik daar toe met den Capitain Orzinga was overëengekomen, namen wy, net op den middag, eene proeve met onze seinen, door een algemeen lossen van onze musketten en ander wapentuig, zoo op Devil's Harwar, als aan boord van de Charon en de Cerberus, zynde de laatstgemelde altyd op den wachtpost aan de Patamaca.
Na hem ons leed betuigd te hebben over het ongeval, dat hem ontmoette, gingen wy in een overdekt vaartuig; en dien zelfden avond kwamen wy op de Plantagie Sporks-gift, aan de Matapica-kreek. Capitain MACNEYL ontfing ons aldaar, twee dagen lang, op eene zeer gastvrye manier.
Het is onmogelyk meerder yver te betoonen, dan gemelde Capitain FREDERIK, en de Capitain VAN GUERIKE, adjudant van den Colonel, geduurende deezen geheelen tocht betoonden. Zy waren altyd op de been, of hunne gezondheid het toeliet, of niet.
Op zekeren morgen, geduurende myn verblyf op deezen wachtpost, van eene ronde, die ik met twintig zee-soldaaten en twintig Neger Jagers gedaan had, te rug komende, wierd ik grovelyk gehoond door den heer MEYLAND, Capitain van 's Compagnie's krygsvolk, die, zoo als ik gezegd heb, met den Lieutenant FREDERIK, de vesting Boucou had ingenomen, en de landgenoot en vriend van den Colonel FOURGEOUD was.
Op deeze wyze verzoende ik my met den Capitain MEYLAND; maar het geen my het grootst genoegen deed, was zyne verklaaring, dat hy my alleenlyk beledigd had in 't denkbeeld, dat de Colonel FOURGEOUD veel vermaak zoude scheppen, met my eenige onaangenaamheid te doen ondervinden. Zedert uit voorval verkeerden wy te zamen als de beste vrienden.
Toen besloten was, dat men de muitelingen, die te Boucou verschanst lagen, belegeren zoude, zond men tegen hen eene aanzienlyke krygsbende van blanken en zwarten, onder bevel van den dapperen Capitain MYLAND, die byzonderlyk aan 't hoofd der eersten was. De zelfde Lieutenant FREDERIK, een zeer kundig Officier, trok met de Aanvoerders der Neger-Jagers, aan het hoofd der tweeden op.
Ik heb reeds gezegd, dat de Capitain FREDERIK was gewond geworden; een soldaat was verdwaald geraakt: een ander was door de muitelingen gehouwen; de gevangenen hadden met hunne ketenen de vlucht genomen; en de vyand spotte met deezen krygstocht. Men had een zee-soldaat, die ziek was, aan zyn lot overgelaten; één der Slaven had den arm gebroken, ten gevolge van mishandelingen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek