Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 oktober 2025


Hij verlaat in October of November zijne broedplaatsen aan de rotsachtige kusten der Noordzee en trekt, terwijl hij zijne winterkwartieren opzoekt, ook door Nederland, waar men in de genoemde maanden enkele exemplaren van deze soort hun voedsel ziet zoeken tusschen de steenen en palen der zeeweringen van de Zuiderzee-kust en op het Noordzee-strand.

Verreweg de meeste Sijsjes komen hier op den trek in het najaar en blijven hier veelal den geheelen winter rondzwerven, om in 't voorjaar weer naar hunne broedplaatsen te vertrekken. In Duitschland zijn zij zwerfvogels, die buiten den broedtijd verre tochten ondernemen, maar hun vaderland slechts zelden verlaten.

Gewoonlijk verdeelen deze scharen zich tegen den aanvang van den winter in kleinere troepen, die weken lang samenleven. Sommige trekken in September naar Zuid-Europa, om in April terug te keeren; enkele overwinteren hier. De meeste broedplaatsen worden gevonden in oorden, waar de bosschen met breedbladige boomen de overhand hebben, of waar fruit wordt gekweekt.

In ons land werd zij broedende slechts in sommige streken en wel in kleinen getale aangetroffen, zooals b.v. in Groningen, in Friesland en ook in Gelderland en Noordholland; soms zwerft zij hier ook 's winters rond. In de overige streken ziet men haar slechts zeer zelden in October en November op den trek verschijnen. In Maart komt zij op hare broedplaatsen terug.

Op deze broedplaatsen komen zij in April, om in September weer te vertrekken. De exemplaren, die in noordelijker gewesten broeden, bezoeken ons vaderland ieder jaar in groote menigte tweemaal op den trek; deze begint tegen het einde van September en eindigt in Maart.

Kort na den broedtijd vereenigen de paren zich met hunne jongen tot groote vluchten, die nog eenigen tijd in het vaderland blijven, maar vervolgens hun winterreis aanvangen. Op de broedplaatsen voeden zij zich uitsluitend met Insecten, vooral met Muggen; gedurende den winter moeten zij zich met zaden behelpen.

Zij verdragen de gevangenschap goed, geraken spoedig gewend aan het gewone kooivoedsel en aan hun verzorger, worden zeer tam en geven ook hierdoor bewijzen van goede geestvermogens. De jacht op deze Vogels is niet gemakkelijk; het toeval is daarbij de beste helper van den jager. De vangst levert aan de broedplaatsen de zekerste uitkomsten op en gelukt ook dikwijls met het watersnippennet.

Vele Meezen eten behalve Insecten ook zaden, de meeste soorten bepalen zich echter geheel tot het eerstgenoemde voedsel en maken bij voorkeur jacht op kleine Insecten, nog meer echter op hunne larven en eieren. Juist hierom zijn deze Vogels zoo bevorderlijk aan het gedijen van de boomen, die meer bepaaldelijk door den mensch verzorgd worden. Wegens haar rustelooze bedrijvigheid hebben de Meezen een betrekkelijk zeer groote hoeveelheid voedsel noodig. Zij zijn de beste insectenverdelgers, die ten onzent leven. Weinige andere Vogels verstaan zooals zij de kunst om een bepaald gebied op de grondigste wijze te doorzoeken en de meest verborgen Insecten op te sporen. Daar zij vlijtig en onvermoeibaar, behendig en scherpzinnig zijn, blijft er maar weinig voor haar verborgen en onbereikbaar. Zij zijn de getrouwste van alle bewakers van het woud, omdat zij in een bepaald gebied blijven en in ieder jaargetijde haar beroep uitoefenen. Het nut dat zij ons aanbrengen, is onberekenbaar groot; men overdrijft echter zeer zeker niet, door te zeggen, dat een Mees gedurende haar leven iederen dag omstreeks duizend Insecten verdelgt. Daaronder zijn er ongetwijfeld vele, die aan onze boomen geen schade doen; de meeste eieren echter, die door de Meezen opgezocht en vernield worden, zouden zonder haar bedrijf zich ontwikkeld hebben tot Insecten, die voor ons zeer nadeelig zijn. Het is de plicht van ieder verstandig mensch om, zoo goed als zulks hem mogelijk is, mede te werken tot bescherming van deze zoo nuttige Vogels niet alleen, maar ook tot bevordering van haar welzijn; men zou haar het vinden van woon- en broedplaatsen gemakkelijker kunnen maken door ten haren behoeve oude, holle boomen te laten staan of broedkasten op te hangen. Het ergste bezwaar, waarmede onze inheemsche Meezen te kampen hebben, is gebrek aan geschikte woningen; dit bezwaar zal, wanneer daartegen geen behoorlijke maatregelen genomen worden, een steeds grooteren omvang aannemen; het doet aan de vermenigvuldiging van de Meezen meer kwaad dan al hare vijanden te zamen genomen, de mensch er onder begrepen. Tot zegen voor het woud is haar voortplantingsvermogen zeer sterk: voor 't meerendeel leggen zij tweemaal per jaar, telkens 2

De Lachzeezwaluw, hoewel alle werelddeelen bewonend, ontbreekt in 't noorden geheel; hare broedplaatsen zijn uitsluitend in het midden en het zuiden van de beide noordelijke faunistische Rijken gelegen; in geringer aantal komt zij voor op kleine eilanden van de Oostzee en sommige meren van Duitschland en Oostenrijk-Hongarije, veelvuldig echter in Zuid-Europa, Middel-Azië, Noord-Afrika, het zuiden van de Vereenigde Staten en Middel-Amerika.

De dan gevormde vluchten zwerven gedurende den geheelen winter in de wouden van het noorden rond, komen ook wel in de nabijheid van afgelegen hofsteden en keeren in het begin van de lente weer naar hunne broedplaatsen terug.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek