United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Andere malen mocht ik heur zoenen, en 'k kuste heure schoone oogen, die zij dicht hield van zalig genot; dan trilde zij en slaakte kleine kreten, of boog heur hoofd achterover en gaf er mij een stoot op den neus mee. En zij lachte als ik riep: Ai! en ik gaf haar dan kleine duwtjes, want tusschen ons was niets anders dan gestoei en gejoel. Thijl, is er nog wijn in die bottel?

En boven de deur stond te lezen: Bij Marlaire. Zij dronken menige bottel wijn van de Maas, bereid naar de wijze van Bourgondië, en aten veel waterzooi; daarna begonnen zij te praten met den baas, een eersten paapschgezinde, maar die gestadig heimelijk knipoogde, en babbelde als een ekster, ter oorzake van den wijn, dien hij gedronken had.

Hij sneed het koordeken door, nam de flesch en dronk lustig van het verkwikkende nat. De gezellen boogschutters zeiden tot hem: Geef ons ook een slok. En hij gaf hun de flesch. Als de brandewijn op was, bond hij 't koordeken weer aan de flesch en wilde ze terugbrengen op de borst van den soldenier. Toen hij den arm oplichtte om de bottel er onder te steken, werd Riesencraft wakker.

Toen zong Uilenspiegel: Hoor ik mijn lieveken krijschen 't Doet mijn herteken groot verdriet. Honig zoo gij haar lachen hoort, Peerlen zoo gij heur traantjes ziet.... Ei, mijn lieveken laat ik niet!... En ik geef een bottel ten beste Lekkeren Leuvenschen wijn. En ik geef een bottel ten beste Als Nele vroo wil zijn.... Gemeene man, sprak zij, gij lacht mij dan noch uit!