Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 oktober 2025


Het regende brandende takken en gloeiende spranken te midden van een wolk heete asch, van den grond opgewaaid, alsof een krater allerlei brandbare voorwerpen in het luchtruim had uitgebraakt. En werkelijk kon men dezen boschbrand nergens beter bij vergelijken dan bij den loop van een stroom lava, zich een weg door de vlakte banende en alles op zijn weg vernietigende.

Maar 't werd geen lange vlucht; ze keerden weer om. De boschbrand liep storm met vreeselijke kracht. De vonken stoven als een vuurregen over de loofboomen, de lange vlammen vlogen sissend uit den rook, alsof het bosch aan den anderen kant ze naar zich toe zoog. Maar de loofboomen hielden het vuur tegen, en daar achter werkten de menschen.

Ze velden de naaldboomen, die het dichtst naast de elzen stonden, haalden water uit de beek, en goten het over den grond, en trokken het heikruid uit, opdat het vuur niet in de kleine takjes zou kunnen voortkruipen. Ook zij dachten alleen aan den boschbrand, die nu op hen aan kwam stormen. De vluchtende dieren sprongen tusschen hun voeten door, zonder dat zij ze zagen.

Bruisend en dreunend als de sterkste storm en de meest woeste waterval vloog de boschbrand de bergvlakte op. Toen vluchtten de havik en de berguil, en de marter snelde naar beneden uit den boom. 't Zou zeker niet lang meer duren, voor 't vuur in de dennetop kwam. De jongen moest ook maken, dat hij wegkwam. 't Was niet gemakkelijk van den hoogen rechten stam van den denneboom weg te komen.

Zij liepen haastiger, met ongeduldig-jagend hart en sloegen links den landweg in, die naar 't gehuchtje leidde. Zwaarder dreunden de kanonnen, schriller galmden de vreugdekreten, terwijl het vuur, door het gewirwar van struikgewas, van verre op een boschbrand leek.

Alleen al weer veilig op Gorgo's rug te zitten, na al den angst, dien hij had uitgestaan onder den boschbrand, was een geluk; maar ze maakten nu ook een heele mooie reis. Tegen den morgen was de wind uit het noorden gekomen, maar nu was hij omgeloopen, zoodat ze hem achter zich hadden, en geen zuchtje voelden. De tocht ging zoo kalm, dat het soms scheen, alsof ze stil stonden in de lucht.

Toen hadden de loofboomen al hun blaren verloren, de grond onder hen was zwart geschroeid, de menschen waren zwart van den rook, en dropen van zweet, maar de boschbrand was teruggeslagen. Hij vlamde niet meer. De rook kroop wit en zacht over den grond, en daaruit schoten een massa zwarte staken op. Dat was alles wat van het mooie bosch was overgebleven.

In dun bezette bosschen vertoont de Los zich slechts bij uitzondering, nl. in den winter om daar Hazen te zoeken, of ook wel, wanneer een algemeene ramp, bv. een boschbrand, hem tot verhuizingen noopt. In zulke omstandigheden kan het gebeuren, dat hij in de boomgaarden van de dorpen vlucht.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek