Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Des zaterdags vooral is het er druk en levendig: dan stroomen van alle kanten, uit de dorpen langs de rivieren en de gehuchten in het gebergte, de buitenlieden naar de stad: de boerenknechts, de een, een paar kleine magere ossen voor zich uit drijvende; een ander, een kar mennende met gespierde paarden bespannen; een derde gewapend met een zweep, onophoudelijk heen en weer dravende om een troep weerbarstige biggen in bedwang te houden.
Hij liet huisjes bouwen voor de boerenknechts, en zorgde dat ze niet slechts goed gevoed maar ook goed gekleed en vroolijk zouden zijn. Op feestdagen was het voor hen ook feest. Hij zorgde dan voor schommels en liet hen dansen, enz. "Iedere verstandige landheer uit die dagen zorgde voor den welstand der boeren. "Waarschijnlijk was hij zeer aesthetisch aangelegd.
Niettegenstaande deze weinig hoopgevende spreuk van den hansworst stonden de beide boerenknechts, verlokt door het uitzicht op gewin, gereed om de voortvluchtige te gaan opzoeken en beraadslaagden reeds onderling, welken weg zij in zouden slaan, toen zich van de zijde van Utrecht een verward gedruisch liet hooren en men weldra een talrijke bende, uit ruiters en voetknechten samengesteld, het dorp zag intrekken.
"Gij zijt onbarmhartig voor mij, Jakob. Vertel zooveel gij wilt, ik antwoord niet meer." "Dit is mij gelijk, indien gij mij slechts laat spreken. Ziehier de zaak. In het dorp Neerglabeek waren eens boerenknechts, op eenen heiligendag onder de hoogmis, in eene herberg. Zij zouden gaarne met de kaart gespeeld hebben, maar daartoe moesten zij gevieren zijn, en zij waren slechts gedrieën.
Des zaterdags vooral is het er druk en levendig: dan stroomen van alle kanten, uit de dorpen langs de rivieren en de gehuchten in het gebergte, de buitenlieden naar de stad: de boerenknechts, de een, een paar kleine magere ossen voor zich uit drijvende; een ander, een kar mennende met gespierde paarden bespannen; een derde gewapend met een zweep, onophoudelijk heen en weer dravende om een troep weerbarstige biggen in bedwang te houden.
Op een hoop zakken, in een hoek, lag het lijk van een man, gekleed in een grof hemd en een blauwe broek. Een gevlekte zakdoek was over het gezicht gespreid. Een kaars in een flesch spatterde er naast. Dorian Gray rilde. Hij voelde, dat zijne hand dien zakdoek niet weg kon nemen en riep een van de boerenknechts om bij hem te komen. Neem dat ding van het gezicht weg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek