Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Niemand werd dus binnen de omheining toegelaten, met uitzondering van een commissie uit de leden der Gun-club, daartoe overgekomen. Zij bestond uit den vroolijken Bilsby, Tom Hunter, kolonel Blomsberry, majoor Elphiston, generaal Morgan en nog eenige anderen.

De wimpel der korvet hing onbeweeglijk slap als een natte doek. Kapitein Jonathan Blomsberry was een volle neef van den ons reeds bekenden kolonel, het ijverig lid der Gun-club, echtgenoot eener jonkvrouw Horschbidden, de tante van den kapitein en dochter van een groot koopman te Kentucky. Hij had geen gunstiger tijd kunnen kiezen om nauwkeurige peilingen te doen.

»Welnu," liet Maston zich hooren, »waarom zou Engeland niet op zijn beurt eens het eigendom worden van onze Vereenigde Staten!" »Dat ware niet meer dan rechtvaardig," merkte kolonel Blomsberry aan. »Stel het dan maar aan den President der Vereenigde Staten voor!" riep Maston uit, »en ge zult zien hoe hij u ontvangen zal."

De boei stak een voet of vijf, zes boven het water uit en blonk in de stralen der zon, alsof zij met zilveren platen beslagen was. De commandant Blomsberry, Maston en de afgevaardigden der Gun-club waren op rolpaarden geklommen en gluurden naar het op de watervlakte dobberend voorwerp. Allen zagen in koortsachtige spanning uit. Niemand sprak een woord.

De blijdschap van Maston kende geen grenzen en 't scheelde niet veel of hij was in de Columbiad gevallen, toen hij een blik in den mond wilde werpen. Zonder den rechterarm van Blomsberry, dien de waardige kolonel gelukkig nog behouden had, zou de secretaris der Gun-club zijn dood in de diepte van het stuk gevonden hebben.

»Gelijk heb je!" riep kolonel Blomsberry uit. »Toen was het leven, nu is het dood zijn, hier te Baltimore," want daar was de Gun-club gevestigd. »En dan geen vooruitzicht," voegde de stoutmoedige Maston er bij, terwijl hij met zijn ijzeren haakje aan zijn getah-pertja schedel krabde. »Geen wolkje aan den hemel!

Den 23sten December, te 8 uur 's morgens, moest de Susquehanna ter plaatse van het ongeluk zijn aangekomen. Men diende tot den middag te wachten om het bestek nauwkeurig te maken. De boei, aan de lijn vastgebonden, was niet in het gezicht. Op den middag schoot kapitein Blomsberry de zon, geholpen door zijn officieren en in tegenwoordigheid der afgevaardigden van de Gun-club.

»Verbrand!" liet zich een ander hooren. »Het projectiel was niets dan een gloeiende klomp, toen het zoo door de lucht schoot." »Dat doet er niet toe," was de algemeene stem; »dood of levend, wij moeten hen zien op te halen." Inmiddels had kapitein Blomsberry zijn officieren om zich verzameld en »onder hun goedkeuring" hield hij scheepsraad. Er moest oogenblikkelijk gehandeld worden.

Op dit oogenblik kwam kapitein Blomsberry half gekleed te voorschijn, hij vloog naar de voorplecht, waar zijn officieren stonden. »Met uw verlof, mijne heeren! wat is hier gebeurd?" vroeg hij. De adelborst nam voor allen het woord en riep: »Commandant, zij zijn het; zij zijn teruggekomen!" Er was een groote beweging aan boord van de Susquehanna.

»Mijnheer," antwoordde de luitenant, »wij hebben zooeven 21,500 voet gepeild en nog geen grond, want dan zou de bol wel van zelf naar boven gekomen zijn." »Die toestel van Brook is toch een vernuftig uitgedacht ding!" zei kapitein Blomsberry. »Men kan er zeer nauwkeurig mee peilen." »Grond!" riep op dat oogenblik een der stuurlieden met de peiling belast.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek