United States or Tanzania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Falco zegt vloekend, dat de leliën en anemonen verwelken, zoodra hij er slechts naar kijkt. Falco is in zijn lederen broek en in zijn langen, toegeknoopten mantel zoo omgeven van bloemen als een heilige op een feestdag. Biagio en zijn neef Passafiore hebben die voor hem geplukt. Zij hebben een geheelen Etna van de mooiste bloemen der steengroeve voor hem opgestapeld.

Hij is gebroken en vernietigd! Bijna wekt hij haar medelijden op. "Hij helpt mij," zegt hij luid tot Passafiore en Biagio. "Hij heeft beloofd mij bij te staan." De roovers wilden gaan, maar Falco is zoo gelukkig dat hij eerst met hen over zijn geluk wil spreken. "Ik gevoel geen gesuis meer in mijn hoofd, geen onrust meer, neen, niets meer. Hij helpt mij."

Zij beiden, Passafiore en Biagio, zullen waken dat niemand merkt, dat Falco niet meer dezelfde is, die hij was. Eindelijk is Falco's krans klaar, hij hangt dien aan zijn geweer en gaat naar de beide anderen. Alle drie treden nu uit de steengroeve en nemen in de naastbijzijnde boerderij paarden, om zoo vlug mogelijk op den top van den Mongibello te komen.

De kameraden nemen hem bij de hand om hem weg te voeren. Falco doet een paar schreden, maar blijft dan opnieuw staan. Hij richt zich op en beweegt zijn lichaam, zoodat zijn slangeschaduw heen en weer slingert over den weg. "Ik zal volkomen genezen, volkomen genezen," zegt hij verheugd. Passafiore en Biagio willen hem meetrekken, maar 't is reeds te laat. Catherina heeft de slangeschaduw gezien.

"Falco is moedig," zei men. "Niets ter wereld kan hem van zijn voornemen afbrengen." Toen herinnerde men zich nog een voorval. Falco werd naar de galeien in Augusta gezonden en daar leerde hij Biagio kennen, die hem later zijn gansche leven volgde. Op een dag kregen hij, Biagio en nog een der gevangenen het bevel om op het land te werken.

Zijn leven was kaal als de bergtop, hij vergenoegde zich met de wereld aan zijn voeten te zien. Maar men moest weten, dat indien hij iets ondernam, niets hem weerstaan kon. Hij was vreeselijk als de vuurspuwende berg. Falco gaat sprekend vooruit, Passafiore en Biagio volgen hem in stille ontzetting.

Daarna zeiden ze den derden gevangene dat hij hen moest bijstaan. Hij wilde niet, omdat zijn straftijd bijna om was. "Dan dooden we je!" dreigden ze hem, toen gaf hij toe. Maar de soldaat van de wacht stond met een geladen geweer tegenover hen. Falco en Biagio sprongen, geboeid als ze waren met de ketenen aan hun voeten, op hem toe, en zij sloegen hem met hun spade.

Zoo gaat het met de groote rooverhelden, ze kunnen hun eer en grootheid niet dragen, ze worden allen waanzinnig. Passafiore en Biagio hadden het reeds lang gezien, maar ze hadden beiden gezwegen en elk had gehoopt, dat de andere niets zou merken. Nu begrijpen ze, dat ze beiden het weten. Ze drukken elkaar de hand zonder een woord te spreken. Nog heeft Falco zooveel groots.