Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
Wij kennen twee proza-bewerkingen der Alexander-sage, die beide waarschijnlijk omstreeks het midden of in de eerste helft der 14de eeuw zijn ontstaan. De eerste, die eenigszins vrij en grillig maar beknopt is, berust vooral op Latijnsche bewerkingen: het zoogenaamd Epitome uit den tijd van KAREL DEN GROOTE en de Historia de praeliis uit de 10de eeuw.
Elken dag bepaalde La het menu, dit op wetenschappelijke gronden samenstellend; Naf, de kok, had dan slechts de capsules te openen, door La aangewezen, en na enkele eenvoudige bewerkingen de eene spijs wat verwarmen, de andere oplossen in water was de maaltijd gereed.
Terwijl de avonturen van andere ridders vele malen zijn beschreven, zoowel in gedichten als in proza-romans, en aan schrijvers van verschillenden tijd en landaard de stof voor hunne werken hebben geleverd, vinden wij in de gezamenlijke literatuur van Europa, de lotgevallen van deze beide helden slechts vermeld in een zestal bewerkingen.
Ook in het karakter der hoofdpersonen, voornamelijk in dat der heldin, bespeuren wij eene merkbare verandering, die ten doel schijnt te hebben om haar meer in overeenstemming te brengen met den nieuwen kring van lezers, waarin de Engelsche dichter haar binnenleidt. Geen dezer bewerkingen overtreft echter over het geheel genomen het werk van den Franschen meester.
Eene jammerlijke tegenstelling met deze bewerkingen vormt die van het Roelants-lied. Niet zoozeer, doordat de bewerker slechts gebrekkig Fransch kende; daarin zal hij wel niet veel lager gestaan hebben dan de meeste overigen. Maar doordat hij zoo weinig heeft gevoeld van dat echt ridderlijk epos, zoo sober van uitdrukking, maar zoo indrukwekkend in zijn grootschen eenvoud.
De komische stoffen, hier tot boerden verwerkt, vindt men bijna alle terug in de Fransche literatuur; doch, hoewel de wijze van bewerking niet zelden gelijk is, zijn er weinig of geen sporen van navolging aan te wijzen. Onze boerden maken in hoofdzaak den indruk, dat zij oorspronkelijke bewerkingen zijn van mondeling overgeleverde stoffen.
Ouderdom der Nederlandsche ridderpoëzie. In hoeverre indeeling naar de "matières" te onzent geoorloofd? Romans: Flovent, Roelants-lied, Willem van Oringen, Renout van Montalbaen, Geraert van Viane, Lorreinen, Aiol, Aubri de Borgengoen, Doon de Mayence, Gwidekijn van Sassen. Overige romans. Aesthetische waarde der bewerkingen. Karel en Elegast.
En in verband hiermede begon men nu de erotiese poëzie der troubadours en de ridderromans langs verschillende wegen in het Duits te vertalen, en het zal buitengewoon leerrijk zijn die wegen schrede voor schrede na te gaan. Gewoonlik waren het persoonlike en maatschappelike verbindingen der vorsten die de aanleiding waren tot dergelijke vertalingen en bewerkingen.
Oudtijds verhieven zich in deze plaats een adellijk nonnenklooster en een convent der Tempelieren, later een bezitting der ridders van St. Jan. Het inwendig gerestaureerde oude kerkje is schilderachtig gelegen aan het eind van het dorp, op een iets hooger terrein; het bezit fraaie gestoelten en bewerkingen.
Dit is echter geen voldoende reden om dergelijke bewerkingen voor geoorloofd te houden, indien zij werkelijk bestanddeelen van een nog beschermd werk van een ander bevatten. Volgde men deze opvatting , dan zou elk gebruik van eens anders werk geoorloofd zijn, mits er slechts eene kunstvolle muzikale compositie door tot stand werd gebracht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek