Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
"Ik moet dit naaikussen afmaken voor de waardin uit het Paardeken; zij zal het morgen vroeg komen halen." "Jongen, jongen," sprak de moeder met eenen berispenden glimlach, "gij zult gewis op Zondag meer in het Paardeken gedronken hebben, dan uwe beurze kon lijden. Werk dan maar om uwe schuld te betalen. Ik ga te bed. Vergeet niet te bidden, eer gij slapen gaat."
Ze keerde zich omme en knikte, naderhand zich bekommerend: Hebt ge meer zeer, moeder? Ja wel, in mijn beenen.... Kom hier! Ik kom. Ze naderde. Ze lei hare hand op het kussen en Ursule vatte die subiet, koortsig vragend wat er met de beurze gebeurd was. Met de beurze? Ja.... Ik hadde u niets moeten meegeven of een kleinigheid.
Terwijl zij aten en dronken, sprak Uilenspiegel: Ik betaal alles, nu ben ik eens de landgraaf. Als mijne beurze ledig was, wat zoudt gij doen, kameraden? Als dat ongeluk overkomt, neemt dan mijn vilten hoedeken: het steekt vol gouden karolussen. Laat ons eens tasten, spraken allen te gader. En zuchtend, voelden zij tusschen hunne vingeren groote geldstukken die gouden karolussen moesten zijn.
Dan haalde hij eene kleine lederen beurze uit zijnen zak, deed die open en stortte zekere groene stof er uit op een stuk papier. Zonder twijfel was dit het mos, dat hij van een honderdjarig doodshoofd gekrabt had.
Ze loerde een tijdeken naar Goedele's vingeren die om de beurze peuterden en hoorde de rinkeling daarbinnen van de dierbare stukken. Ze beet al gauw heel woest op hare tanden om den wrevel, die kroop langs hare leden, te bedwingen. Ze had, 't oogenblik daarna, alle moeite om een lach om hare lippen te wringen, als Goedele met dankbare oogen opkeek naar heur.
Zag ik een boer voorbijkomen met een droevig gezicht, dan liet ik hem gaan, want ik dacht, dat zijne droefgeestigheid te wijten was aan den staat zijner beurze; doch ik bleef aanstappen naast dengene, die wel te moede scheen; en als hij er zich het minst aan verwachtte, beet ik hem in den nek, na hetwelk ik zijne beugeltasch nam.
Maar hij had zulke lange tong, lijk de koning naderhand schreef, dat men ter Beurze van Antwerpen openlijk van zijn voornemen gesproken had; en de moord werd niet bedreven. En Philippus lachte niet. Later zond de bloedige hertog, op bevel van den koning, vier moordenaars naar Engeland. Zij slaagden er slechts in, zich te doen hangen. En Philippus lachte niet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek