Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Het kenmerkt zich door den slanken lichaamsbouw, den kegel-priemvormigen snavel met flauw gebogen ruglijn; vóór de benedenwaarts gekromde spits van den bovensnavel komt een kleine inkerving voor; de stevige voeten zijn tamelijk kort, de vleugels middelmatig lang en eenigszins afgerond; de staart is kort of middelmatig lang; het vederenkleed eindelijk is dicht, zijdeachtig zacht, in den regel niet bijzonder levendig van kleur.

Verder benedenwaarts verbreedt zich de rivier en vloeit het water, alhoewel de stroom zeer sterk is, vrij effen en zacht voort. Zoo vervolgt de rivier rustig haar' loop tot aan het fort Chippeway, dat nagenoeg drie mijlen boven de vallen ligt. Hier wordt de bedding rotsachtig en het water door verschillende stroomingen in geweldige beweging gebracht.

Hun gestalte is zeer slank, de snavel langer dan de kop, aan den wortel tamelijk dik en de spits, de beide kaken zijn fraai gekromd, de snavelrug en de nagenoeg niet binnenwaarts gebogen zijranden scherp; de bovensnavel is iets langer dan de ondersnavel, maar heeft geen benedenwaarts gerichte spits en ook geen inkerving.

Hoe dit ook zij, de Pyramide is thans reeds geruimen tijd open voor een inwendig onderzoek en het bekende gedeelte is dan ook herhaalde malen onderzocht, opgemeten enz., en de teekening, die hierbij gevoegd is geeft een juiste weergave van de ontdekte gangen en kamers. In de eerste plaats zien wij dan de benedenwaarts leidende gang, die tamelijk steil afloopt.

Ofschoon een hoog vlieger, strijkt zij zeer dikwijls op de stammen van boomen neer. Bij deze gelegenheden is haar hoofd steeds benedenwaarts gericht, en strekken haar vleugels zich uit in een horizontaal vlak, in plaats van, zooals gewoonlijk, verticaal te zijn gevouwen. Dit is de eenige kapel, die ik ooit de beenen tot loopen heb zien gebruiken.

De Hoenderen (Galliformes), die onder de Hoendervogels den hoogsten rang innemen, zijn krachtig en zelfs plomp gebouwd; zij hebben korte vleugels, stevige pooten en een rijk voorzien vederenkleed. Met den gedrongen, korten en hoogborstigen romp is door een korten, hoogstens middelmatig langen hals een kleine kop verbonden. De snavel, die zeer verschillende vormen kan hebben, is in den regel kort, nauwelijks half zoo lang als de kop, soms echter veel langer, bijna even lang als de kop. In 't eerstgenoemde geval is hij breed en hoog, meer of minder sterk gewelfd en aan de spits haakvormig benedenwaarts gebogen, minstens tot een bollen hoornnagel uitgetrokken, het achterste deel meestal met veeren bekleed, waartusschen zich een smalle, vliezige schub bevindt, die het neusgat bedekt; soms dringt deze tusschen de veeren van het voorhoofd door; bij uitzondering is zij met een washuid overdekt. De pooten, de belangrijkste bewegingsorganen van de Hoenderen, zijn steeds zeer krachtig gebouwd, meestal middelmatig hoog; de teenen zijn lang en met korte nagels voorzien. Aan den poot komen krachtige spieren voor; het scheenbeen is, evenals het dijbeen, door een dikke vleeschmassa omgeven; de loop is dik, de voet soms meer, soms minder sterk ontwikkeld. In den regel zijn alle vier teenen aanwezig; soms echter is van den achterteen niets anders zichtbaar dan de nagel; deze ontbreekt slechts zelden. Bij de Hoenderen, welke op den grond leven, is de achterteen (die steeds hooger aangehecht is dan de voorteenen) klein, bij de Boomhoenderen daarentegen tamelijk groot; bij één groep zijn de teenen buitengewoon sterk ontwikkeld. De klauwen, die bij enkele soorten op bepaalde tijden afgeworpen en door nieuwe vervangen worden, zijn meestal kort, breed en stomp, soms echter lang en smal, altijd echter weinig gebogen. De vleugel is in den regel kort (in dit geval sterk, schildvormig gewelfd), bij uitzondering echter zeer lang; het aantal handpennen bedraagt 10 of 11, dat der armpennen 12

Het laatst komen de Pijlstormvogels, de Puffins der Engelschen (Puffininae), aan de beurt, hoewel zij tot de meest begaafde leden van hun familie behooren. Den slanken snavel, met benedenwaarts gebogen bovenkaak- en onderkaakspits, hebben zij met de Zwaluw-stormvogels gemeen; hunne neuskokers zijn vaneengescheiden door een breeder tusschenschot dan bij de echte Stormvogels. Hoewel ook zij de zee niet anders dan in den broedtijd verlaten, komen zij vaker en nader bij het land dan hunne verwanten, en bezoeken niet zelden b.v. de havens. Gewoonlijk tot troepen van 8

De hoektanden van de onderkaak zijn reusachtig groot; gemiddeld zijn zij bij groote dieren 50 cM. lang en 4 KG. zwaar; zij zijn driezijdig, half cirkelvormig gebogen, aan de spits scheef afgesneden en met diepe, overlangsche groeven voorzien; de bovenkaaks-hoektanden zijn benedenwaarts gericht, aanmerkelijk korter en dunner, maar op dezelfde wijze gekromd en scheef afgeknot.

Evenals in de vorige familie onderscheiden de mannetjes zich door het bezit van lange, buiten den bek uitstekende, benedenwaarts gerichte hoektanden in de bovenkaak. Die van de onderkaak blijven, evenals die van beide kaken bij de wijfjes, binnen de mondholte verborgen. De volwassen mannetjes hebben in de bovenkaak sterk gekromde hoektanden, die ongeveer 3 cM. buiten het tandvleesch uitsteken.

Deze stroppen zijn benedenwaarts door een paar roeden F M aan elkander verbonden, welke roeden weder gelijk in lengte zijn aan den afstand van A tot E op de balans; een ander paar roeden, welke in lengte gelijk zijn aan de roeden F M, is vervolgens, aan het eene einde bij F en aan het andere einde bij H, mede beweegbaar vereenigd, en wel bij H, met de vaste stelling, waarin de gansche machine is besloten.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek