Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
De hooge, deftige, ouderwetsche kamers, en suite, stonden op den zomeravond, toen het jonge paar thuis kwam vol bloemen, maar ze lagen halfdonker in 't laatste roode licht van de avondzon.
Z'n bakkebaarden kon je van achteren zien en toen i bezadiglijk de twee treden opstapte om in 't station te gaan, glom de lage avondzon in Gods gepoetsten linkerschoen. "Wie was die meneer?" vroeg 't dichtertje. "God" zei de duivel en de knobbels op z'n voorhoofd werden grooter. 't Dichtertje sprak niet.
De gouden avondzon schittert over de bergen. Op den bergrug tallooze druivenstokken, links de liefelijke beukenboschjes, tot aan de steile kruin opstijgend, rechts de murmelende golfslag, aan de overzij, ver zichtbaar op de sagenrijke rots, waar eens een afschuwelijke draak gehuisd heeft, de muren van een ridderslot. Hoog boven alles de nacht in gouden sterrengewaad. Zwijgend stond de ridder stil.
Hoe werd ook de kleurenpracht van vlaggen en wimpels, die naast de obelisken en pylonen, van triomfbogen, tempels en paleizen waaiden, door het licht der avondzon verhoogd!
Er is genoeg gezegd over de stijfheid en onnauwkeurigheid der byzantijnsche mozaïeken; maar wanneer de stralen der avondzon haar slechts met een geheimzinnigen schemerglans verlichten, waarin de onvolkomenheden der techniek bijkans verdwijnen, dan maken die groote hiëratische figuren op gouden grond, die scheppingen eener aan strenge regelen gebonden kunst, toch een indruk van onweerstaanbare, vorstelijke majesteit; dan kunt ge begrijpen, hoezeer de aanschouwing van die bovenaardsche beelden de schare treffen moest, wier godsdienstig gevoel niet bedorven werd door meer of minder wijsneuzige esthetische kritiek.
Reeds begon zich het licht aan de enge bergwegen te onttrekken, toen zij aan de plaats kwamen, waar de Reuss zich met donderend geweld van de rotsen afstort, en zij zagen de wateren, in de hoogte nog door de stralen der avondzon gekleurd, als zwarte stroomen door den afgrond inzwelgen.
En nu, waar de avondzon verzonk Achter de dichte lanen, Der meer'len laatste triller klonk, En, die zijn lied van tranen Den koelen Meinacht hooren doet Als wie om 't lief verloren bloedt Totdat de starren tanen,
Zij deed als een, die iets op ’t hart voelt branden Toen sloot zij mij de lippen met de handen, En ... bloosde de avondzon heur bleeke koon? Zooals de zon den dauwdrup, als de roze De bij, en ’t wijde wak der zee de beken Duldt aan het warme hart, het bodemlooze, Waarin zij, wat hen lijden deed, ontweken;
Tamalone luisterde en zag naar de kleine gestalte naar ééne zijde gebogen door de zwaarte van het kind, achter haar verbleekte de avondzon in kwijnende warmte. Zij stonden zwijgend op den weg, in den schemer der hooge boomen. De monnik dorst niet te spreken. In de blaêren ritselde het, de stilte was wonderbaarlijk.
De donkere, statige bergen waren alle met sneeuw bedekt; de hoogste, die het langst door het roode schijnsel der avondzon bestraald werd, was de Parnassus; de beek dicht bij ons huis stroomde er van af en was eenmaal ook heilig, nu maakt de ezel haar met zijn pooten troebel, doch de stroom gaat verder en wordt weer helder. Hoe herinner ik mij ieder plekje in zijn heilige, diepe eenzaamheid!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek