Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Daar als een gekleurd vuurwerk het Japaneesch gers, ginder franker dan appelsienen, de kelken van het lisch, en dan! als om niet te gelooven en nooit meer te vergeten, alles overheerschend en overweldigend, de uitbundige roode en oranje mastouchen in kegelranken tegen den witten muur en rond de dikke vruchtenboomen! Amé! 't waren als vlammen, die opkronkelden en opsloegen uit den grond.
"Och, ziet de boeme," riep hij, "ze wippen omhoeg!" Hij plukte een mager twijgsken van een kruidnagel. "Zied is wad e plezier da taksken is, het rikt frisch lijk appelsienen," en hij stak het in Marieke heur dik haar.
Weldra zag men een vroolijk schouwspel rondom het schip: schaatsenrijders heel in de panne, schaatsende vrouwkens met wambuizen en rokken met gouden, zilveren, scharlaken, hemelsblauwe borduursels; gierende meidekens; en allen gingen, kwamen, joelden, gleden achter elkander, of bij paren, terwijl zij op 't ijs een minnelied zongen: ofwel trokken zij in kramen en tenten met wimpels versierd, om brandewijn, appelsienen, vijgen, peperkoek, eieren, warme worsten, heetekoeken en zuurtjes te drinken en te eten, terwijl rond henlieden arre- en zeilsleden onder hare sporen het ijs deden krassen.
Over de Nethe hadden de jongens het Molenbeemdeken schoongekeerd, en nu was er een heele hoop volk aan 't rijden, menschen van den buiten en menschen van de stad. Men leurde er met appelsienen en smorende oliekoeken. Pallieter bleef thuis om de zangers te hooren die Kerstmis kwamen wenschen en toch soms zoo'n schoone, naïeve, roerende liederen meêbrachten.
Vrouwen met paanders drumden tegen malkander aan rond de kramen, en kozen hun waar, eromme pootelend en tastend en wroetelend om niet bedrogen te worden. Uit een zijstrate kwam een vlote stootkarrekens aangereden, met een gulden vracht appelsienen beladen en door ruchtige meissens gevoerd. Vóor 't portaal van de St.
Drinken! drinken! mijn hoofd brandt! God en de engelen eten appelsienen in 't hemelrijk. En zij viel in bezwijming. Neem ze weg van de pijnbank, beval de baljuw. De hangman en zijne knechts gehoorzaamden. Men zag ze wankelen, met gezwollen voeten, want de beul had de koorden te hard gespannen. Geef heur te drinken, beval de baljuw.
De sinaasappels, de appelsienen, zooals de menschen hier ter streke die schoone vrucht in unne onwetendheid noemen groeien daar op de boomgaarden gelijk ier de appelen en peren, en ook de sappigste perziken en druiven en de lekkerste amandelen rijpen er het jaar door, buiten in den vollen grond. De lucht is er aast altijd elderblauw, het vriest er nooit en oogst zelden eeft men er sneeuw gezien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek