Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Sindsdien, oud geworden en half-blind, blijft hij gedoken bij den oever, dagen aan dagen, en schuifelt op zijn rieten tuig zijn zonderlijke deuntjes, alover de zee. Kent gij hem niet? Zijn gele haar is gelijk den gloed van de avondzon.

Drie vrouwen in manspak gingen zonder veel gerucht in den versten hoek der herberg zitten. Een zwart hondje kwam, tusschen Doxa's voeten, een handsvol garnaalsteertjes oplikken en keek toen op, in korte verwachting. Na een tijdje drong een dansende groep bonte jongelingen alover den engen drempel rond den toog.

Maar zijn deuntjes waren lang niet vroolijk, en het leek wel alsof niemand in het lisch leefde, tenzij de kleine wind die door de halmen kloeg en verder wegstreek, gelijk een zucht, alover de zee.. Alover de zee.

Ze nam, achter het kussen, het zijden doekje met lavendelwater, dat zij er 's avonds had weggestopt, en vaagde daarmede alover haar voorhoofd, hare wimpers en haar mond, binstwijl stille de opfrisschende geur snuivend die walmde als een goed windje.

Ze wilde denken aan Romaan, en denken aan Madeleen, en hare emotie in tranen uitgieten alover 't graf van Wiezeken. Ze maakte vluggelings beelden van wanhoop, om iets dat opjoepte in haar herte neer te duwen. Ze dwong hare gepeinzen tot weemoed en richtte ze alginder, waar 't ongeluk was binnengeslopen en waar ze gansch den dag had kunnen weenen.

Hij glimlachte vreemd, en 't was alsof hij weer zeer hoofsch en zeer galant werd. Hij was zoo ineens met zijn vertelsel in de stilte gevallen, had met kleine gebaren zijne woorden omsierd. Hij deed gelijk vroeger, brillant-sprekend en traag-voornaam. Maar zijne oogen droomden zonderling, en als hij met vertellen ophield, droomden ze voort, alover het glimlachje, waarmede hij Francine bejegend had.

Endelijk geraakte in huis een zwaar en moedeloos zwijgen, en onderwijl zoefde alover den tuin een grillige wind. Ursule had hare oogen dichtgedaan en hare handen lagen bijeen, rijzekens mekaar takend, op haren schoot. Zie! sprak Goedele, trouwen, daar moest ge eens aan denken, Bella! Trouwen? Bella giechelde en de strengskens zijde schoven van haar knieën op het voettapijt.

Maar een luidelijk gedruisch kwam in de straat, onder de vensters, en alle woorden vielen meteen. 't Was een stijgende zang uit honderden kelen, een rommelend rumoer onderbroken door dreunend trompetgeschetter. Als de ruchtige stoet voorbij was en in een nevensteeg ging wegdoezelen, lijk somtemets de winden doen alover verre daken, was in de eetkamer een ongemakkelijke stilte meesteresse.

't Getwijg wiegelde met tenger groen, eer de maand ten halve was verloopen, en Mei was er rijzekens, als de kinderen op strate reeds met kevers speelden. In de stille steeg, waar ze nu met nieuw verlangen het huizeken vulde, beluisterde Goedele het kleine stemgeluid der bengels: Vliege vliege vleugeke, Dat beesteke gaat naar 't meuleke, Alover de zokken, Alover de blokken.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek