United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijn bloedverwant Aernout van der Dussen, die te Gemert zijn plaats verving, deed er het nieuwe parochiale kerkgebouw vergrooten met een aanzienlijk choor, waarop een klein torentjen geplaatst is.

Des heren broeder van Hoesdinne, Arnout hiet hi ende was clerck, Maer ridderlike was syn werc. Doch niet alleen had Aernout van Heusden zijn neus in den strijd verkocht, of, als wy nu zouden zeggen, verspeeld, zijn vader was in erger gevaar, ja een wijl in 's vyands handen geweest: men hoore slechts: Hier noemic nu eenen van de besten, Die in des hertoghen side Met banieren was ten stride.

Vijf weken lang werd de plaats met allerlei stormtuig aangetast, en toen zag Aernout zich gedwongen tot de overgave, en genoodzaakt om met eede te bezweren, dat hy en de zijnen in 't vervolg goede en getrouwe Stichtsmannen zouden blijven, en nimmer weder tegen den Bisschop of de stad oorlog voeren.

Het gebrek zou evenwel datgene hebben bewerkt, waartoe zelfs de overmacht te onmachtig was, toen nog ter goeder ure de voormalige Utrechtsche, thands Luyksche, Bisschop Aernout van Hoorn, oom van Heer Henrics gemalin, tusschen beide kwam, met voorstel om eene verzoening te bewerken.

Haar vader was die Aernout van der Sluyse, van wiens heldendaden voor Woeringen wy vroeger hebben gewach gemaakt, doch wiens naam ons verder in de geschiedenis niet is voorgekomen: en schier alle getuigenissen vereenigen zich, om in Witte geen spruit van bastaardy, maar een zoon uit wettigen echt te erkennen.

Eene dergelijke leisting had voor Geldersche Ridders niets vreemds, maar de wijze waarop zy nu gedaagd werd, was krenkend voor Egmond en Gelder beiden. Hertog Aernout nam daarop zijne maatregelen, en de loskooping volgde eerstdaags.

Aernout, Gijsbrechts partij kiezende, en mede breed opgevende van de grieven, hun door den Bisschop aangedaan, ontzegde zijn leenmanschap aan het Sticht, en nam in zijns broeders plaats het bevelhebberschap van Vreeland op zich.

Boudewijn III, die in 1092 Heer werd, kreeg tot echtgenote een dochter des Graven van der Lippe. Hy stierf in 1100, en liet de Heerlijkheid aan zijn zoon Jan III, met een Jonkvrouwe van Arentsbergh gehuwd. Na Jan III kwam in 1135, zijn zoon Willem, die, in 1153 overleden, Heusden naliet aan zijn broeder Aernout. Deze verwekte by een dochter des Graven van Salm Jan IV, die hem in 1168 opvolgde.